Zaanstad Beraad Zaal 4/5

Voorzitter: C. Davelaar
Portefeuillehouder: S. Onclin
Commissiegriffier: I. Riteco

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) biedt de deelnemende gemeenten de Jaarstukken 2024 en de Meerjarenbegroting 2026-2029 aan. Daarnaast ligt de 1e begrotingswijziging 2025 voor, bedoeld om de vigerende begroting 2025, op basis van de uitvoeringsovereenkomsten 2025, te actualiseren. Hierin zijn tevens baten uit specifieke uitkeringen geactualiseerd en wordt de onttrekking aan de bestemmingsreserve omgevingswet voor 2025 voor het project van Inrichting naar milieubelastende activiteit verwerkt. De raden van de deelnemende gemeenten worden in de gelegenheid gesteld om
een zienswijze in te dienen op de Meerjarenbegroting 2026-2029 en de 1e begrotingswijziging 2025.
Tevens heeft het college de Eindrapportage van de uitvoeringsovereenkomst 2024 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied ontvangen. De Eindrapportage 2024 geeft inzicht in de wijze waarop er uitvoering is gegeven aan de Uitvoeringsovereenkomst 2024 van de gemeente Zaanstad en wordt ter kennisname aan de raad aangeboden. Eventuele zienswijzen op de Meerjarenbegroting 2026-2029 en op de 1e begrotingswijziging 2025 dienen uiterlijk 1 juli 2025 bij de Omgevingsdienst. Noordzeekanaalgebied bekend te zijn, waarna ze behandeld zullen worden in het AB van 11 juli 2025. De voorliggende 1e begrotingswijziging 2025 geeft geen aanleiding tot het indienen van een zienswijze. De voorliggende Meerjarenbegroting 2026-2029 geeft geen aanleiding tot het inhoudelijk indienen van een zienswijze. Echter, gezien de gemeente in 2026 een financieel uitdagend jaar verwacht en de eventuele doorwerking hiervan op de jaren erna is in de concept voorjaarsnota 2025-2029 een taakstelling op de grote gemeenschappelijke regelingen verwerkt van 2% ten opzichte van de meerjarenbegroting 2025. Hieruit volgende wordt de raad voorgesteld een zienswijze in te dienen op de Meerjarenbegrotingen 2026-2029 van de grote gemeenschappelijke regelingen, waaronder de Omgevingsdienst. De Omgevingsdienst wordt gevraagd om voor het begrotingsjaar 2026 een bezuiniging van 2% ten opzichte van de begroting 2025 te verwerken. Deze taakstelling van 2% ten opzichte van de begroting 2025 is reeds verwerkt in de voorliggende meerjarenbegroting 2026-2029 van de Omgevingsdienst. Tevens wordt de omgevingsdienst gevraagd de komende jaren terughoudend te zijn met het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen en niet over te gaan tot het invoeren/uitvoeren van nieuw beleid. En rekening te houden met een eventuele korting van de gemeentelijke bijdrage en daartoe de nodige voorbereidingen te treffen voor een scenario van 3% korting in 2028. 
Daarnaast wordt de OD NZKG verzocht om gelet op de door de raad in 2024 ingediende zienswijze op de meerjarenbegroting 2025-2028 betreffende prioriteiten in relatie tot de opgaven op het gebied van gezondheid en veiligheid, en de in het overleg van 13 februari 2025 gezamenlijk gemaakte afspraken hierover tussen de gemeente en de OD NZKG, vaart te maken met de bestendiging van de afspraken van het Rekenkamerrapport en inzicht te geven in actualisaties van de vergunningen.

In deze vergadering wordt het voorliggende raadsvoorstel inhoudelijk besproken. Aan het einde van de behandeling wordt geconcludeerd of de behandeling gereed is en op de stemagenda of debatagenda van de Raad kan worden geplaatst.

Voorzitter: H. Kuijper
Portefeuillehouder: S. Onclin
Commissiegriffier: I. Riteco

Het bestuur van Werkom biedt de gemeenteraden van Zaanstad en Purmerend de gewijzigde begroting 2025, primaire begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 aan en stelt de raad in de gelegenheid zijn zienswijze te geven op de gewijzigde begroting 2025 en de primaire begroting 2026.
Werkom voert ten behoeve van de gemeente Zaanstad en Purmerend de taken uit in het kader van de Participatiewet en de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) uit. Het doel van deze gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten en Werkom is om samen mensen met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt zo goed mogelijk naar regulier werk te begeleiden of een passende werkplek te bieden via Beschut Werk. De begroting laat zien dat het aantal WSW-werkplaatsen gestaag daalt en ook dat het aantal beschutwerkplaatsen en de inzet van job coaching toenemen. Deze ontwikkeling heeft
een structureel oplopend tekort in de begroting tot gevolg. Berenschot heeft na het koersbesluit in 2022 onderzoek gedaan naar en advies gegeven over de kosten en financiering van Werkom op de middellange termijn. Werkom werkt aan de opvolgen van de adviezen van Berenschot volgens een strategisch plan. Dit heeft zich in de begroting van 2024 en 2025 al vertaald in een resultaatverbetering ten opzichte van het koersbesluit van meer dan € 800.000. Als gevolg van CAO-ontwikkelingen, nemen de loonkosten toe.
Daarnaast zijn er aanpassingen in de productiehallen nodig, om ook de omzet te verbeteren. Ook werkt Werkom in 2025 samen met Zaanstad en Purmerend aan een plan om de infrastructuur te versterken met impulsmiddelen die het rijk in eerste instantie incidenteel beschikbaar heeft gesteld voor dit doel. Dit betekent dat de bijdragen van gemeenten voor 2025 worden verhoogd ten opzichte van
de primaire begroting. De hogere loonkosten en de verdere toename van het aantal beschutwerkplekken en jobcoaching hebben een structureel effect, waardoor ook de gemeentelijke bijdrage voor 2026 hoger wordt.
Het rijk heeft structureel extra middelen en inzet aangekondigd, met als doel om oplopende tekorten bij sociaal ontwikkelbedrijven te beperken. Daarmee wil het rijk gemeenten in staat stellen om de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven als Werkom behouden. Gemeenten zijn in afwachting van nadere informatie hierover.

In deze vergadering wordt het voorliggende raadsvoorstel inhoudelijk besproken.
Aan het einde van de behandeling wordt geconcludeerd of de behandeling gereed is en op de stemagenda of debatagenda van de Raad kan worden geplaatst.

Voorzitter: H. Kuijper
Portefeuillehouder: S. Onclin
Commissiegriffier: I. Riteco

Het dagelijks bestuur (DB) van de GGD Zaanstreek-Waterland (verder: GGD) biedt de ontwerpbegroting 2026, het gewijzigde basistakenpakket en de bezuinigingsoptie aan ter zienswijze. Met dit voorstel wordt de aan de GGD af te geven zienswijze op de ontwerpbegroting 2026, het gewijzigd basistakenpakket en de bezuinigingsoptie voorgelegd. Er wordt voorgesteld om een positieve zienswijze te geven op de drie documenten. De begroting betreft namelijk een verlaging van de bijdrage ten opzichte van de kadernota 2026 GGD. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de prognose dat de financiële gevolgen van de cao
lager zullen uitvallen. Ook op bijbehorende budgetneutrale wijziging van het basistakenpakket, waarbij Veilig Thuis, Wet verplichte GGD en Meldpunt Bijzondere Zorg vanuit de plustaken naar de basistaken gaan, wordt een positieve zienswijze voorgesteld. Daarnaast wordt voorgesteld een positieve zienswijze te geven op de voorgestelde bezuinigingsoptie “aangepast scenario 2”, wat naar verwachting een besparing oplevert van ongeveer € 212.000 voor Zaanstad. Dit staat gelijk aan een percentage van 2,3% ten opzichte van de deelnemersbijdrage van Zaanstad. In dit scenario wordt er een taakstelling
gelegd op de Centrale Zorgverlener, stopt de coördinatie van het vroegtijdig ontwikkelingsachterstanden onderzoek, stopt panelonderzoek, en worden wettelijke taken volksgezondheidsadvisering en gezondheidsbevordering afgeschaald.

In deze vergadering wordt het voorliggende raadsvoorstel inhoudelijk besproken.
Aan het einde van de behandeling wordt geconcludeerd of de behandeling gereed is en op de stemagenda of debatagenda van de Raad kan worden geplaatst.