Zaanstad Beraad Raadzaal

Voorzitter: E. Koseoglu
Commissiegriffier: A. Adema

Voorzitter: N. Hendriks
Portefeuillehouder: H. van der Laan
Commissiegriffier: A. Adema
De kernverhaal: de woningmarkt is krap, en er zijn nog steeds niet genoeg huizen beschikbaar. Door verkamering en splitsing is het moeilijker voor starters en middeninkomen om aan een woning te komen. Gemeente Zaanstad wil daarom strengere regels voor het verhuren van kamers en het opsplitsen van woningen. Op deze manier willen we starters en middeninkomens een kans geven op de Zaanse woningmarkt.

Gemeente Zaanstad geeft woningeigenaren geen toestemming meer om hun woning aan drie of meer personen te verhuren in Hoornseveld, Rosmolenwijk en Kogerveld. Deze toestemming werd eerder al niet meer gegeven in Poelenburg, Peldersveld, Zaandam-Zuid en de Russische buurt. In heel Zaanstad gelden regels om de concentratie van woningsplitsing en verkamering tegen te gaan.

Ook zijn nieuwe regels in de Huisvestingsverordening opgenomen om koopwoningen met een WOZ waarde tot en met € 390.000 te beschermen tegen partijen die deze woningen opkopen voor de verhuur. Opkoopbescherming houdt kort gezegd in dat de woning na koop voor een periode van vier jaar niet verhuurd kan worden zonder een vergunning. Dat maakt het onaantrekkelijk voor beleggers om die woningen op te kopen en biedt starters en middeninkomens die op zoek zijn naar een betaalbare koopwoning daardoor meer kans.

Slechts in een beperkt aantal gevallen kan het college een vergunning verlenen namelijk als de woning wordt verhuurd aan naaste familie, tijdelijke verhuur in afwachting van het moment waarop de koper de woning zelf zal betrekken (maximaal 12 maanden) en wanneer een woning onderdeel is van een winkel-, kantoor- of bedrijfspand. De opkoopbescherming geldt voor alle wijken in Zaanstad. De nieuwe regels over opkoopbescherming treft alleen de woningen die op het moment van de inwerkingtreding van de gewijzigde Huisvestingsverordening nog niet verhuurd waren.

Voorzitter: **M. Kingma
**Portefeuillehouder: R. Tuijn
Commissiegriffier: A. Adema 

Procesverloop vergadering: de indiener krijgt de gelegenheid een korte toelichting te geven op het agenda-initiatief en de vragen aan de collega fracties. De fracties krijgen de gelegenheid om te reageren op de vragen en vervolgens kan ook de portefeuillehouders een reactie gegeven. De indiener krijgt de gelegenheid te reageren en vragen te beantwoorden. Indien noodzakelijk vindt er een aanvullende ronde plaats. Aan het einde van de bespreking trekt de indiener een conclusie over een eventueel vervolg.

Voorzitter: F. Hoedemaeker
Portefeuillehouder: R. Tuijn en H. van der Laan
**Commissiegriffier: A. Adema

**Er wordt gevraagd een zienswijze te geven op het Ruimtelijk Programma van Eisen Zeeheldenbuurt Zuid (Witte de Withstraat) Wormerveer en daarbij specifiek kijkend naar het uitgangspunt van de rolstoelpluswoning. De raad heeft tijdens de behandeling van de startnotitie van dit project een amendement aangenomen om een rolstoelpluswoning op te nemen in het plan. In het amendement wordt verwezen naar een onderzoek waar ook andere criteria voor een rolstoelpluswoning voor gezinnen worden genoemd: een woning van minimaal 123m2 met 5 kamers, 2 badkamers, een extra inpandige berging. Een rolstoelpluswoning heeft een grotere oppervlakte nodig dan een rolstoelwoning voor een gebruikelijke rolstoelgebruiker. Tijdens het uitwerken van het RPvE is gekeken hoe deze woning opgenomen kan worden in het plan. Het bleek echter dat een woning van deze grootte niet past in de beoogde footprint en het inpassen van deze woning een kostbare investering betekent, waarmee de financiële haalbaarheid van het project onder druk komt te staan. Om zo een kostbare woning doelgericht te realiseren, is verder gekeken naar de behoefte en potentiële gebruiker. De afdeling stedelijke toegang van de gemeente Zaanstad en Parteon herkennen deze vraag niet. Voorstel van het college is daarom om in het RPvE een rolstoelwoning voor gezin op te nemen i.p.v. een rolstoelpluswoning voor gezin. Omdat het college hier afwijkt van het gestelde uitgangspunt in de startnotitie, vraagt het college een zienswijze op dit uitgangspunt.