Zaanstad Beraad Raadzaal

Voorzitter: M. Visser
Commissiegriffier: A. Adema

Op het onderwerp Voorkeursrecht Aris van Broekweg

• mevrouw Best, namens de firma Dorjee BV

Op het onderwerp startnotitie JS Cocoa

• mevrouw Dermout, namens de bewonersvereniging Haaldersbroek(erdwarsstraat)
• de heer Brouns, namens Zeilvereniging de Onderlinge

Voorzitter: P. Hoedemaeker
Portefeuillehouder: R. Tuijn
Commissiegriffier: A. Adema 

In 2016 heeft de raad met vaststelling van het ambitiedocument MAAK Zaanstad besloten om de Aris van Broekweg aan te wijzen als transformatiegebied tot een woon- en werkgebied met bijbehorende voorzieningen. De gemeente werkt momenteel aan een gebiedsvisie waarin zij een uitwerking geeft van de transformatie aan het gebied. Om de gewenste transformatie vervolgens tot uitvoering te kunnen brengen, is het nodig dat de gemeente ook grondpositie heeft in het gebied.
De gemeente is eigenaar van het perceel Aris van Broekweg 1. Het naastgelegen onroerende zaak Aris van Broekweg 5 is particulier eigendom. Op dit perceel wil de gemeente het voorkeursrecht vestigen om haar regierol en belang bij de transformatie te waarborgen. Op 19 november 2024 heeft het college daarom tijdelijk gemeentelijk voorkeursrecht gevestigd op het perceel Aris van Broekweg 5. Binnen drie maanden dient de gemeenteraad dit besluit te bestendigen, omdat anders het gemeentelijk voorkeursrecht vervalt.
De gemeente vestigt het voorkeursrecht op deze onroerende zaak, omdat zij de regie wenst te houden in het transformatiegebied en de aankoop van deze onroerende zaak bijdraagt aan het vergroten van die regierol. Door het vestigen van een voorkeursrecht voorkomt de gemeente dat andere geïnteresseerden in de onroerende zaak speculatieve biedingen zullen doen die prijsopdrijvend werken. Dit zet de financiële haalbaarheid van en de ambities voor het transformatiegebied onder druk. Van de gemeente wordt verwacht dat de onroerende zaak tegen de werkelijke waarde -zoals bedoeld in de Omgevingswet- wordt aangekocht op basis van een onafhankelijk en objectief verkregen taxatie.

In deze vergadering wordt het voorliggende raadsvoorstel inhoudelijk besproken.

Aan het einde van de behandeling wordt geconcludeerd of de behandeling gereed is en op de stemagenda of debatagenda van de Raad kan worden geplaatst.

Voorzitter: G. Rijken
Portefeuillehouder: R. Tuijn
Commissiegriffier: A.Adema 

De startnotitie maakt onderdeel van het traject ‘raad aan de voorkant’, met als doel de raad vanaf het begin te betrekken bij ontwikkelingen. De notitie wordt opgesteld aan het begin van het project, tijdens de initiatieffase en vormt overgangsdocument naar de definitiefase. In de Startnotitie staat beschreven wat in grote lijnen het proces is om tot een nieuwe invulling van deze locatie te komen. Ook staat erin welke uitgangspunten en ambities voor dit project belangrijk zijn. Daarnaast beschrijft de startnotitie hoe de bewoners en de buurt worden betrokken in de ontwikkeling van het plan. Door middel van de startnotitie wordt u als raad vroegtijdig geïnformeerd en bent u in de gelegenheid gesteld om aan het begin van het proces uitgangspunten en richting mee te geven voor de verdere uitwerking van de ruimtelijke ontwikkeling van dit plan.

Voorzitter: H. Kuyper
Portefeuillehouder: R. Tuijn
Commissiegriffier: A. Adema 

Kleine windturbines hebben een ashoogte tot 15 meter en zijn vooral populair bij agrariërs. Ze zijn handig omdat ze ook energie leveren op momenten dat zonnepanelen minder effectief zijn, zoals ’s ochtends, ’s avonds en in de winter. Hierdoor zijn kleine windturbines een mooie aanvulling om zelf energie op te wekken naast zonnepanelen.
Samen met de gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad) is er een beleidskader opgesteld. Dit gezamenlijke beleid is een nadere uitwerking van de provinciale omgevingsverordening en voorkomt dat er in de regio verschillende regels voor kleine windturbines ontstaan. Daarnaast maakt Purmerend een eigen kader specifiek voor de Beemster.
Het beleidskader helpt bij de beoordeling van aanvragen voor kleine windturbines en volgt de richtlijnen van de provincie Noord-Holland, zoals de Omgevingsverordening en de Ruimtelijke Handreiking Wind op Land. Hoewel kleine windturbines meetellen voor de RES-doelstellingen, blijft hun bijdrage hieraan in de praktijk beperkt.

In deze vergadering wordt het voorliggende raadsvoorstel inhoudelijk besproken.

Aan het einde van de behandeling wordt geconcludeerd of de behandeling gereed is en op de stemagenda of debatagenda van de Raad kan worden geplaatst.