Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Raadsvergadering

Raadsvergadering Algemene Beschouwingen Voorjaarsnota

donderdag 18 juni 2020

15:00
Locatie

Raadzaal in het stadhuis van Zaanstad

Voorzitter
J. Hamming
Toelichting

Griffier: J. Jongbloed
Tijdens de vergaderingen van het Zaanstad Beraad en de gemeenteraad worden filmopnamen gemaakt die op internet worden uitgezonden
Bij deze vergadering is ondertiteling beschikbaar. U kunt deze aanzetten door naast het volumeknopje in de player op 'CC' te klikken.

Agenda documenten

Uitzending

Agendapunten

  1. 1

    De voorzitter: Goedemiddag, dames en heren. We zijn allemaal binnen, denk ik. Van harte welkom voor de vergadering van de gemeenteraad van Zaanstad, op donderdag 11 juno 2020. Drie uur, eindtijd zes uur. Dus we slaan daartoe maar de overdenkingen over, dan winnen we wat tijd en dan kunnen we gelijk naar de mededelingen. Ik verzoek u om uw uitgesproken Algemene Beschouwingen aan de griffie te sturen, zodat ze die ook op RIS kunnen plaatsen. De pauze is om kwart voor vijf gepland. Berichten van afwezigheid hebben we van de heer Hoek, mevrouw Behrens-Vogelesang, mevrouw Rot en mevrouw Nieuwamerongen heeft zich bij mij afgemeld. Nog meer afwezigheidsmeldingen?

    De heer Kerkhoven (DZ): Voorzitter, mevrouw Rot schuift later vanmiddag aan.

    De voorzitter: Mevrouw Rot komt later, in plaats van afwezig. De heer Tuijn.

    De heer Tuijn (PvdA): De heer Rijken en de heer Pietersma zijn afwezig en mevrouw Köseoglu is onderweg.

    De voorzitter: De heer Van Haasen.

    De heer Van Haasen (PVV): Mijn twee fractiegenoten zijn ook nog niet aanwezig, die moesten nog werken, maar die komen zo snel als mogelijk is.

    De voorzitter: De heer Wit.

    De heer Wit (CDA): Mijn fractiegenoot Bas Westerhof is niet aanwezig en waarschijnlijk komt hij ook niet, in verband met werk.

    De voorzitter: Mevrouw Onclin. Geen? O, dat dacht ik, dat u uw hand opstak. Hebben we dan alle afwezigheidsmeldingen gehad? Daarmee ‘…’ mededelingen, of zijn er nog mededelingen van uw kant, anders dan de afwezigheid? Neen.

  2. 2

    De voorzitter: Dan beginnen wij met de beëdiging van het nieuwe raadslid van DZ, de heer Hein Heijnen. Eens even kijken, is hij …? Hij is er, ja. Fijn dat u er bent. We bedanken mevrouw Felices Hernandez-Gouweleeuw voor haar inzet voor Zaanstad als raadslid voor Democratisch Zaanstad. Inge zat in de gemeenteraad vanaf 27 maart 2014, dus dat is zes jaar lang. Het sociaal domein is haar terrein. Ze zette zich in zodat zoveel mogelijk Zaankanters de steun en zorg ontvingen en zouden ontvangen die zij nodig hebben. Ik ken haar zelf als een zeer betrokken en inhoudelijk goed onderbouwd met argumenten raadslid die volgens mij buitengewoon haar werk deed. Wij wensen haar het allerbeste en ik hoop toch dat we namens jullie een presentje kunnen overhandigen – want ze is vandaag niet aanwezig – als dank voor het belangrijke werk wat ze heeft gedaan en de aandacht die dat van haar heeft gevraagd. Maar we hebben natuurlijk nu dan een nieuw raadslid te benoemen en daar hebben we een commissie van geloofsbrieven voor en mevrouw Yardimci, zoals nu de getrouwde achternaam is, die zal u daarin meenemen. Commissie van geloofsbrieven, de voorzitter.

    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Dank u wel, voorzitter. De commissie uiteraard van de gemeente Zaanstad, in wier handen werden gesteld de geloofsbrief en verder bij de Kieswet gevorderde stukken, ingezonden door de heer Heijnen op 16 juni 2020, beëdigd tot lid van de raad van de gemeente Zaanstad, rapporteert aan de raad van de gemeente Zaanstad dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden. Gebleken is dat de benoemde stukken aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert tot zijn toelating als lid van de raad van de gemeente Zaanstad.

    De voorzitter: Dank u wel. De keten ligt boven, maar ik vind eigenlijk dat dat niet kan. Dus ik vraag u één minuutje schorsing, dan zorgen we dat we hem even ophalen.

    Schorsing

    De voorzitter: Goed dames en heren, dan verzoek ik u om te gaan staan. Dan mag ik de tekst van de belofte van raadslid voordragen en dan vraag ik de heer Heijnen om daarna ‘dat verklaar en beloof ik’ te zeggen. Ik verklaar dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. En ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks of middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. En ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen, dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen.

    De heer Heijnen (DZ): Dat verklaar en beloof ik.

    De voorzitter: Mooi, dan mag ik u van harte feliciteren en heel veel succes wensen met uw belangrijke werk.

    De heer Heijnen (DZ): Dank u wel.

    De voorzitter: De bloemen, die zijn niet van toepassing.

  3. 3

    De voorzitter: Dan zijn wij toe aan het vaststellen van de agenda. Wie over het vaststellen van de agenda?

  4. 4
    Debat
  5. 5

    De voorzitter: Dan gaan we gelijk door naar het debat. Elke fractie heeft vijf minuten de tijd voor de Algemene Beschouwingen met betrekking tot de Voorjaarsnota, waarna er gelegenheid is voor een debat van maximaal vijf minuten. De fractievolgorde wordt bepaald door loting. We hebben weer de briefjes hier liggen. En nogmaals het verzoek om uw Algemene Beschouwingen aan de griffie te zenden, dan kunnen ze worden gepubliceerd. Ik trek het eerste lot en dat is geworden de SP. De heer Zoomermeijer heeft het woord.

  6. 6

    De heer Zoomermeijer (SP): Dank u wel, voorzitter. Geachte aanwezigen, voor het eerst als eerst tijdens een Algemene Beschouwing. Het COVID-19 virus is gekomen en lijkt voorlopig te blijven. De wereld en de financiën van Zaanstad staan op zijn kop. Aan de raad van Zaanstad, wij dus, is het tijd om in te spelen op deze crisis en de wereld, ondanks alles, te blijven verbeteren. Een einde aan verregaande commercialisering en marktwerking en eindelijk eens te gaan werken aan een schone en eerlijke wereld waar mens en milieu centraal staan. Die wereld begint in Zaanstad, als wij het maar willen. Het college komt helaas met een beleidsarme Voorjaarsnota, zonder rekening te houden met de coronacrisis. Dat vinden wij vreemd. Een doorkijkje op de begroting, want dat is een Voorjaarsnota, kan helemaal niet zonder te kijken naar de verslechterde financiën. Wat de SP en de rest van de oppositie betreft, gaan we dus nu al werken aan de begroting. De SP wil overigens een koerswijziging. Een tijd is het voor een stap in de richting van een andere samenleving, gericht op meer sociaal beleid en een schoon milieu. Dat wil zeggen, minder massatoerisme, minder vervuilende infrastructuur, minder vervuilende industrie, niet meer het verbranden van biomassa en minder consumentisme. Daar kunnen we nu eindelijk eens aan gaan beginnen na decennia neoliberaal uitkleedbeleid. Allereerst denken we dat het Investeringsfonds dit jaar niet extra gevuld hoeft te worden. Laten we de zes ton die overbleef investeren in de Voedselbank, in kleinere cultuurvoorzieningen en in buurthuizen hier in Zaanstad. Dat is goed voor de lichamelijke en sociale gezondheid van de hele Zaanse samenleving, ook in de toekomst. Natuurlijk, de gesubsidieerde clubs en instellingen moeten we blijven subsidiëren. En lagere lasten voor verenigingen, zoals door het afschaffen van de OZB voor volkstuincomplexen. Woningbouw. De stikstofcrisis heeft de woningbouw een uiterst gevoelige klap toegebracht. Bouwen is nauwelijks mogelijk. Door de woningnood stijgen de huizenprijzen enorm en is de wachtlijst voor een sociale huurwoning maar liefst elf jaar en die neemt niet af. Natuurlijk is er de verhuurdersheffing, waar we dringend vanaf moeten, maar dat verklaart niet alles. In Zaanstad zijn de afgelopen jaren veel sociale huurwoningen verkocht. Dus de SP blijft zeggen: bouw veel meer betaalbare woningen, niet alleen sociale huur, desnoods in leegstaande bedrijfsgebouwen, en verkoop nooit meer sociale huurwoningen. En college, ga in gesprek met de coöperaties om de sociale huur tijdens de crisis niet te verhogen. Dit is in Den Haag nu tot tweemaal toe besloten. We weten dat de regering het niet uit wil voeren, maar wij moeten daarop staan, want nul is genoeg. Nu blijkt trouwens ook hoe stom het is geweest dat wij hebben ingestemd met de decentralisatie van het sociale domein, want we kregen meer verantwoordelijkheden - wat op zich niet slecht is om het zelf in te kunnen vullen met een menselijke maat - maar tegelijkertijd minder geld. En nu zitten we met de gebakken peren. We hebben gezien hoeveel miljoenentekorten er nu zijn en de wachtlijsten zijn ook heel groot. Dus eigenlijk hadden we op het VNGcongres, zoals sommige andere gemeentes, in 2011, gewoon tegen moeten stemmen. We snappen dan ook het manifest dat pas in de krant verscheen. De noodkreet van de burgemeesters van de grote steden, waaronder onze burgemeester Jan Hamming, en dat begrijpen we heel goed, een prachtig manifest. Voor Poelenburg en Peldersveld is inderdaad meer geld en aandacht nodig. We denken overigens dat een verhoging van het minimumloon tot veertien euro veel zal bijdragen aan het verminderen van armoede onder werkende armen. Ook wijst de SP nog een keer naar een andere plek in Zaanstad, namelijk de Zuiddijk. Een verloederd winkelgebied waar ondermijning welig tiert en leefbaarheid ver te zoeken is. De coronacrisis zorgt ervoor dat er weer mensen meer in de bijstand dreigen te gaan komen, dat hebben we weer van het CPB kunnen horen vandaag en gisteren, dus zal er meer beroep komen op armoedemaatregelingen. En dan is er natuurlijk de Voedselbank. Dus als er ergens dringend geld voor gereserveerd moet worden, dan is het voor deze sociale doelen. Helaas in voorbereiding op een onvermijdelijke storm. Maar het milieu is ook in crisis, want de stikstofcrisis, die is er nog steeds. Er wordt in Zaanstad te veel CO2 en fijnstof uitgestoten, plus de enorme vervuiling van de vuilstort in Nauerna. Daarom moet Zaanstad zich intensief met het beleid van de provincie Noord-Holland gaan bezighouden. OLA moet de ammoniakuitstoot gewoon drastisch naar beneden brengen. De N246 tussen Wormerveer en de A8 moet naar tachtig kilometer per uur, net als de A8 zelf. De Wandelweg en de N203 in Krommenie moeten stiller en schoner. Stop met de biomassacentrales en werk richting het afsluiten van de vuilstort in Nauerna. Zet de gezondheid van onze inwoners voorop, nu in de toekomst. Dan is het natuurlijk de vraag: hoe betalen wij dat? Wij stellen voor om de reservering van de A8-A9 van veertig miljoen euro toe te voegen aan de algemene middelen en daarbinnen te bestemmen voor het sociale domein, en ook de vierenhalf miljoen die gereserveerd staat in het Investeringsfonds voor het verplaatsen van de hockeyclub De Kraaien, waar de Raad van State een stokje voor heeft gestoken, kan daarvoor worden gebruikt. En dit dan naast die eerdergenoemde zes ton. Dus wij zeggen: Zaankanters hebben een rijke traditie van verzet, onverzettelijkheid, solidariteit en hard werken, vandaar dat de Zaanstreek ooit rood was. Met de beschikbare middelen, ik heb ze net genoemd, is een rode en groene toekomst mogelijk. Dus niet weer bezuinigen voor begrotingsdoelen, maar investeren in mens en milieu. We hoeven het alleen maar te willen.
    De voorzitter: Dank u wel. Eerst gaan we naar het debat. De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Dank u wel, mijnheer Zoomermeijer, voor uw bijdrage. U schetst dat we de koppeling aan de A8-A9 natuurlijk niet moeten doen en dat is niet voor het eerst dat u dat roept. Maar is dat geld er eigenlijk wel, wat u wil reserveren voor iets anders?
    De voorzitter: De heer Zoomermeijer.
    De heer Zoomermeijer (SP): Het punt is dat jullie als partijen dit blijven steunen en blijven trekken aan dat dode paard, wat door verschillende instanties vrijwel onmogelijk wordt gemaakt en waarvoor economische haalbaarheid nul is. Ongeacht wat je ervan wenst en vindt, jullie blijven eraan trekken. Jullie blijven nog steeds in gedachten houden dat er uiteindelijk veertig miljoen en misschien wel meer, want de wethouders in het verleden hebben op dat punt weleens geschoven dat het ook wel meer mocht zijn, onder andere van het CDA. Jullie blijven eraan trekken. Laten wij dan nu als droom opnemen: wij gaan miljoenen apart zetten voor sociale doelstellingen. Die zijn keihard nodig, want wij gaan harder getroffen worden door de crisis, helaas, dan vergelijkbare grote steden. Dat vind ik heel erg om te zeggen, maar laten we ons daarop voorbereiden. Dat is ook een betere economische investering in onze toekomst, dat mensen kunnen blijven besteden en kunnen blijven leven. Want ik heb vorige week horen zeggen hier in deze zaal dat mensen denken dat met de verbinding van de A8-A9 economische groei komt, maar die spin-off zal minimaal zijn vergeleken bij duizenden mensen uit armoede tillen, wat dat voor een effect zou hebben.
    De voorzitter: Mevrouw Onclin, dan mevrouw De Boer. U wilde nog reageren? Nog een korte reactie van de heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Ik vind het heel mooi dat mijnheer Zoomermeijer een statement hier neerlegt daarover. Ik vind het jammer dat u mij met jullie aanspreekt, want ik spreek hem aan als leider van de SP en hij spreekt mij terug als zijnde leider blijkbaar van het hele team, maar dat is niet zo. Maar het gaat mij specifiek om het feit, dat geld voor de A8-A9 hebben wij toegezegd dat als het zover is, dat we dan bereid zijn om het op tafel te leggen. Maar het ligt er nog niet, dus het is er ook helemaal niet. Het is eigenlijk een belofte die we gedaan hebben naar de toekomst, maar het geld is er niet om aan iets anders te besteden. Dus als u zegt: ik wil die veertien miljoen - die er niet is - toch besteden. Dan zult u hem ergens vandaan moeten halen en ik ben heel nieuwsgierig waar u die dan vandaan haalt.
    De voorzitter: De heer Zoomermeijer.
    De heer Zoomermeijer (SP): Twee dingen. Ten eerste, u vermijdt heel slim die zes ton die ik net noemde en waar u tegen heeft gestemd, en u noemt ook niet de vierenhalf miljoen van De Kraaien, waar u ongetwijfeld ook een andere opvatting over heeft. Maar die veertien miljoen zingt hier nu al jaren rond en partijen zoals de uwe en het college in zijn totaliteit als collectief, vechten en blijven lobbyen voor die A8-A9. Dus zodra die erdoor komt - wat ik niet verwacht - maar dat hij erdoor komt, dan zult u en wij dus veertig miljoen moeten lappen. Dus dan zeg ik: als we dan toch een belofte gaan doen, een voorschot te gaan nemen op onze toekomst, dan veertig miljoen voor het sociale domein. Dat is dezelfde droom die u hebt, alleen een betere.
    De voorzitter: Tot slot de heer De Vries, kort.
    De heer De Vries (D66): Tot slot, de heer Zoomermeijer is natuurlijk een debater van grote hoogte, maar hij omzeilt mijn antwoord, hij omzeilt mijn vraag. Want hij haalt De Kraaien erbij en hij haalt er van alles en nog wat bij. Maar ik had gewoon één eenvoudige vraag: waar haal je dat geld vandaan wat er niet is? Daar gaat hij steeds omheen en hij neemt mij van allerlei dingen kwalijk, maar ik wil weten waar hij het vandaan haalt.
    De voorzitter: Goed, korte reactie nog van de heer Zoomermeijer.
    De heer Zoomermeijer (SP): Nou, dat is dus heel simpel. Uw partij, die dus voor de A8-A9 blijft pleiten, heeft dus jarenlang politiek bedreven. U bent daar één van de representanten van, want u bent degene die daar het woord over voert: “Ik ga Zaanstad nooit hiervan redden, van de verkeers- en milieuproblematiek.” Dat is nog een aparte discussie. U heeft dus mooi weer gespeeld met geld wat er niet is, al jarenlang. En nou beschuldigt u mij daarvan? Dan draait u de wereld om.
    De voorzitter: Goed, de argumenten zijn op dit punt gewisseld. Nu heeft mevrouw Onclin het woord.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Ik hoorde de heer Zoomermeijer zeggen: een aantal partijen blijft trekken aan de A8-A9. Ik kan met trots zeggen dat wij daar ook één van zijn. Wat ik dan een beetje inconsistent vind aan het verhaal van de heer Zoomermeijer, is dat u aan de ene kant zegt: wij vinden het belangrijk om in te zetten op gezondheid en milieu. Dan begrijp ik niet dat u geen voorstander bent van de A8-A9, want volgens is dat voor de inwoners van Krommenie en Assendelft het allerbeste wat we kunnen doen als het gaat over gezondheid en milieu: zorgen dat die verkeersstromen anders worden geleid. Dan nog een volgende, voorzitter.
    De heer Zoomermeijer (SP): Mag ik hierop antwoorden, is misschien nuttiger?
    De voorzitter: Doet u ze allebei maar, dan kunt u in één keer reageren op beide.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Ik vind het heel bijzonder dat ik de heer Zoomermeijer een aantal keren hoor zeggen: wij willen als SP investeren in mensen. Ik zal straks in mijn bijdrage zeggen dat wij ook graag willen investeren in mensen, maar we gaan elkaar niet vinden door dat alleen maar te doen met het uitdelen van, zoals het spreekwoord dan zegt, vissen. Door te investeren in armoede en te investeren in de Voedselbank. Ik hoor u namelijk niet één keer zeggen over hoe we gewoon gaan zorgen dat mensen werk hebben, zodat ze zelf kunnen voorzien in hun onderhoud. Want ja, dan is inderdaad mijn vraag: wie gaat dat allemaal betalen? Want u heeft het een aantal keer over incidenteel geld, maar als wij mensen niet op een duurzame manier naar werk gaan begeleiden, hebben we straks grote structurele tekorten.
    De voorzitter: De heer Zoomermeijer.
    De heer Zoomermeijer (SP): Ten eerste is het jammer dat de partijen die hun stokpaardjes willen berijden, blijven terugkomen op de A8-A9. Maar goed, het zij zo. Daar vallen heel veel dingen over te zeggen, maar de milieuwinst, als hij wordt aangelegd, is minimaal of zelfs negatief. We weten de onderzoeken en die zijn feitelijk, en die zult u dan maar ter discussie moeten stellen. Dat de tijdwinst maar in de orde van grootte van een minuut ligt. Die weg gaat uiteindelijk totaal honderden miljoenen kosten, waarvan wij dus minimaal veertig miljoen moeten ophoesten, en veroordelen dertigduizend mensen in Zaandam aan … Stellen we bloot aan fijnstof en lawaai over de A8 die daar dwars door de stad loopt. Dus de milieuwinst is beperkt. Ik heb een alternatief geschetst, de Wandelweg en de N203 bij Krommenie moeten stiller en schoner. Oftewel, dat heb ik heel concreet benoemd. Dan over de financiering. Nogmaals, jullie gaan heel wijselijk niet in op jullie andere stokpaardjes, zoals De Kraaien. Maar goed, dat zij zo. Er is dus geld. Ik weet heel goed dat het incidenteel is, maar we zitten in een bijzondere situatie, waarin het college zelf heeft gezegd: we moeten creatief denken en alle heilige huisjes staan ter discussie. Dit, die A8-A9, is zo’n heilig huisje, een heilige koe. We moeten dus nu misschien wel met incidenteel geld in ieder geval een paar jaar zien uit te zingen om de ergste klap op te vangen. Dat is ook een eis geweest die wij als SP bij collegeonderhandelingen de afgelopen twee keer hebben geëist, namelijk een sociaal vangnet voor de klappen waarvan wij wisten dat die zouden komen en die ook zijn gekomen. Dat is incidenteel, maar het kan in ieder geval het leed tijdelijk verzwakken en de economie ondersteunen, want je moet anticyclisch investeren nu.
    De voorzitter: Goed, wij hebben inmiddels zes minuten discussietijd gehad. Dus ik stel toch voor dat we het debat op dit moment beëindigen. Ik weet dat er nog twee aanvragers waren voor een interruptie, maar die kunt u in de volgende termijn gebruiken, want anders komen we niet door de tijd voor het einde van zes uur aan alle sprekers toe. Dus ik stel voor dat we nu de volgende spreker het woord geven en dat is mevrouw Onclin van de VVD. De heer Van Haasen, een van de orde.
    De heer Van Haasen: Ik heb een vraagje. In de vorige vergaderingen wordt er altijd aangekondigd wie daarna komt. Zou dat misschien nu ook kunnen?
    De voorzitter: Ja, prima. De volgende daarna, is een goed idee, de fractie van DENK, mevrouw Pancar.
    Mevrouw Pancar (DENK): Dank u wel, voorzitter.
    De voorzitter: Nee, u bent de volgende.
    Mevrouw Pancar (DENK): O.
    De voorzitter: Eerst mevrouw Onclin en daarna kunt u zich alvast voorbereiden dat u daarna het woord krijgt. Mevrouw Onclin heeft het woord.
    Mevrouw Pancar (DENK): Sorry, ik slaap nog.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Dank u wel. Voorzitter, de titel van mijn Algemene Beschouwing is dit jaar ‘Zakelijk Zaans’. Wie zoekt op synoniemen voor zakelijk, komt op no-nonsense, praktisch, nuchter en bondig. Voor ons een goede omschrijving van de typisch Zaanse instelling. Tijdens mijn nieuwjaarsspeech heb ik ook iets anders benoemd dat voor mij typisch Zaans is: aanpassen als dat nodig is, maar wel authentiek blijven. Waar de Zaanstreek weleens het eerste industriegebied van de wereld wordt genoemd met haar honderden molens, deed eind 19e eeuw een andere vorm van industrie haar intrede, onder andere door de opkomst van de stoommachine. Wie zich verdiept in deze tijd krijgt een mooie inkijk in de ondernemersgeest en werkdrift van de Zaankanters. Er zijn maar weinig plekken waar in die tijd zoveel bedrijvigheid en handel was in een relatief klein gebied. Maar de molens verdwenen en de Zaankanters pasten zich aan. Stilzitten en opgeven zit ons nou eenmaal niet in het bloed. Als de omstandigheden veranderen, dan past de Zaankanter zich aan. Mouwen opstropen en weer hard doorwerken. We hebben er zelfs een spreekwoord voor: de molen op de wind zetten. Het is nog te vroeg om te concluderen dat Zaankanters voor een uitdaging van dezelfde omvang staan, maar het mag duidelijk zijn dat we als samenleving voor zeer grote uitdagingen staan. De coronacrisis heeft niet alleen de bestaande opgaves groter gemaakt, maar er is ook een hele belangrijke opgave bijgekomen: hoe krijgen wij Zaanstad zo goed mogelijk door de coronacrisis? Volgens de VVD doen we dat Zakelijk Zaans. Voor ons zijn daarin drie focuspunten belangrijk: inzetten op werk en scholing, het ondersteunen van ondernemers en de gemeente in aanjagende rol als investeerder. Voordat ik zal toelichten wat dat volgens ons betekent, wil ik graag nog even stilstaan bij een zorg. De financiën van deze gemeente staan onder druk, terwijl de ambities hoog zijn. Hoewel dit college met zorgaanbieders goede stappen heeft gezet, is het nog niet gelukt om de jeugdzorgkosten echt te beteugelen. Dit in combinatie met corona heeft als vervelend gevolg dat een aantal andere wensen van deze raad voor de stad nog niet gerealiseerd kunnen worden. En hoewel wij zien dat dit college hard werkt aan een lobby richting het Rijk, maken wij ons zorgen in hoeverre dit uiteindelijk tot succes gaat leiden. Voorlopig zien we bijvoorbeeld bij het Pact Poelenburg dat er veel mooie toezeggingen zijn, maar dat de inzet concreet minimaal is. Wij willen dit college via deze weg dan ook oproepen om flink in te blijven zetten op deze lobby, want de stad heeft de financiën nodig. Terug naar de focuspunten. In een tijd waarin keuzes moeten worden gemaakt en focus aangebracht moet worden, is inzet op koopkrachtbehoud door inzet op werk en scholing voor de VVD zo’n punt. Inzetten op koopkracht is ook het terugdringen van lasten voor onze inwoners. Hierbij denken wij niet alleen aan hondenbelasting en woonlasten, maar ook bijvoorbeeld specifiek de kosten die Zaankanters hebben aan erfpacht. Een goede samenwerking met onderwijs en ondernemers is misschien nog nooit zo belangrijk geweest. Bijscholing en omscholing naar de juiste sectoren biedt onze inwoners kansen, maar biedt ook ondernemers een mooie kans om hardwerkende Zaankanters binnen te halen als werknemer. Want als wij het hebben over werk en samenwerking kom ik bij ons tweede focuspunt, de ondernemers. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan en op te halen wat zij nodig hebben. Zonder hen en hun bedrijven is er geen werk. Hoewel de retail in de Detailhandelsvisie nog relatief jong is, kunnen wij gezien de snelheid van de ontwikkelingen ons voorstellen dat er behoefte is aan een nieuwe visie. Wat de VVD betreft gaan we goed kijken welke mogelijkheden wij hebben voor het ondersteunen van ondernemers die verbinding hebben met de Zaanstreek, overigens zonder daarbij het belang van grote, regionale en landelijke ondernemingen voor de werkgelegenheid van Zaanstad te ontkennen. We onderstrepen vooral ook het belang van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor reeds hier gevestigde en nieuwe ondernemers. Dan wil ik graag eindigen met het derde focuspunt, waarbij de gemeente in een aanjagende rol van investeerder zit. Om de economie te helpen en de impact van corona op de werkgelegenheid te beperken, ziet de VVD de noodzakelijke extra inzet van investeringen. Hierbij zoeken wij naar investeringen die gekoppeld kunnen worden aan andere ambities uit het coalitieakkoord, zoals de woningbouwopgave, de bereikbaarheid van de stad - ja, de A8-A9 - maar ook de duurzaamheidsambities. Als we het dan toch hebben over een aanjagende rol, als het gaat over duurzaamheid, hebben wij in het Zaanstad Beraad ook aangegeven dat we inzet van de gemeente verwachten op het beter onderhouden van het groen, het terugbrengen van illegale afvaldumpingen en het verbeteren van de kwaliteit van de afvalstromen in het algemeen, zodat de kosten voor afval kunnen worden teruggebracht. Naast investeerder in projecten, zijn wij als werkgever ook investeerder in mensen. Wij maken ons zorgen om de ontwikkelingen van Zaanstad als veilige stad en gaan dan ook graag in gesprek met de burgemeester of daar mogelijk een kans zit om de opgave voor een veilige stad te koppelen aan de gemeente als investeerder in mensen en werkgelegenheid. Voorzitter, dan ga ik eindigen waar ik mee begon. Als de omstandigheden veranderen, dan passen Zaankanters zich aan. Mouwen opstropen en weer hard doorwerken. Zakelijk Zaans veranderen. No-nonsense, praktisch en nuchter, maar met behoud van de Zaanse authenticiteit.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie? Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Ik wilde net ook een interruptie doen op de SP, dus dan neem ik dat meteen even in één keer mee. Helaas constateren we dat de SP dus Zaanstad Noord in de steek laat door niet de A8-A9 te ondersteunen. Volgens mij is dat een hele duidelijke boodschap. De leefbaarheid staat daar onder druk en het is heel belangrijk dat daar wat gebeurt. Jammer dat de SP dat anders ziet. Even richting mevrouw Onclin. Kijk, prachtige woorden. Volgens mij stond dit ook allemaal al in uw verkiezingsprogramma, heeft u dat ook al bij de vorige begroting aangegeven. Mooie toezeggingen, weinig resultaat, zegt u. Nou ja, dat zouden we dan ook kunnen zeggen van de VVD, want ik hoor in uw verhaal eigenlijk geen oplossingen, geen richting, geen leiderschap, geen visie. Als we dan even kijken naar de veilige stad, zegt u, bij uw begrotingen. Vorig jaar bij de Voorjaarsnota zei u ook al: we gaan graag met de burgemeester in gesprek hoe we de stad veiliger kunnen maken en hoe we daarin kunnen investeren. Maar heeft u het afgelopen jaar een initiatiefvoorstel gemaakt, of blijft u elke keer hetzelfde riedeltje herhalen tot aan de volgende verkiezingen met weer een hoop beloften zonder resultaat?
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Voorzitter, ik hoor niet echt een vraag, ik hoor eigenlijk vooral een aanval op de VVD. Dat vind ik best bijzonder, aangezien ik me herinner van de laatste Algemene Beschouwingen op de begroting dat dit precies mijn antwoord was op de Algemene Beschouwingen van Liberaal Zaanstad: ik hoor heel veel grote woorden, maar ik hoor geen oplossingen en het kost vooral heel veel geld. Ja, wij hebben onze ambities vastgelegd in het coalitieakkoord. Wat ons betreft gaan we daar ook nog steeds voor, maar we moeten ook constateren dat we op dit moment negatief uitkomen en het moet ergens van betaald worden. Daarover gaan we volgens mij de komende weken met elkaar in gesprek. Wij staan nog steeds voor de dingen waar we altijd voor hebben gestaan en dat zal onze inzet zijn. Als u dat een gebrek aan visie vindt, vind ik dat best ingewikkeld, want volgens mij heb ik juist drie hele concrete punten aangegeven die daar voor ons inzitten. Als dat voor u onvoldoende is, kan ik nog wel één ding zeggen. Wij hebben gezien dat zowel ROSA als de Partij van de Arbeid deze wethouder Financiën gaat vragen vanavond welke mogelijkheden er zijn om financieel wat scherper in de wind te gaan zeilen. Nou, wij zijn heel benieuwd naar dat antwoord, want wat ons betreft zit daar misschien een mogelijkheid om te gaan kijken hoe we meer risico kunnen gaan nemen in deze tijd. Want we moeten met elkaar constateren dat er weinig geld is en dat maakt het gewoon heel ingewikkeld.
    De voorzitter: Korte reactie van mevrouw De Boer en dan mevrouw Neefjes.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Ik houd het kort, voorzitter. Als u Liberaal Zaanstad dingen verwijt - wat overigens niet terecht is - maar dan hadden we toch in ieder geval van u wat meer resultaten en voorzet verwacht. Maar u zegt, en dat blijkt ook wel weer heel duidelijk uit uw laatste actie, de motie die u samen met de Partij van de Arbeid heeft ingediend, om juist niet de resultaten van de jaarrekening te doteren aan het Investeringsfonds, maar aan de algemene reserve. Als u zegt: investeren is heel belangrijk - en dat ben ik helemaal met u eens - dan staat dat er wel haaks op. Dus graag met de mond belijden en dan dat ook graag uitvoeren.
    De voorzitter: Mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Ik had even een vraag aan mevrouw Onclin. Hoorde ik u zeggen dat u in Poelenburg, Peldersveld/Poelenburg, wel veel gehoord heeft wat er aan plannen is, maar dat u nog niet veel concreet gezien heeft? Of heb ik dat verkeerd verstaan?
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Ik ben blij dat u dat vraagt, mevrouw Neefjes, want dat is inderdaad niet de bedoeling dat het zo overkwam. Wat ik vooral bedoel, is dat wij hebben gezegd: we moeten het samen doen, onder andere samen doen met het Rijk. Dat zijn mooie beloftes en mooie intenties, maar als we nu kijken naar wat er concreet aan euro’s wordt geïnvesteerd, onder andere vanuit het Rijk, dan vinden wij dat dat nog wel achterblijft.
    De voorzitter: Mevrouw Raa.
    Mevrouw Raa (Partij voor de Dieren): Ik hoor mevrouw Onclin zeggen bij duurzaamheid: onderhoud van groen. Dus ik was eventjes benieuwd, wat wordt daarmee bedoeld? Dank u.
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Mevrouw Raa, eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik vooral moest zorgen dat ik binnen de vijf minuten bleef, dus ook aan het kijken was: hoe kan ik het onderhoud van groen nog toevoegen aan hoe wij een aantal dingen hebben benadrukt? Dus ik zie geen hele uitdrukkelijke koppeling tussen duurzaamheid meteen en het onderhouden van groen als tweede. Maar het kwam wel in hetzelfde Zaanstad Beraad aan de orde.
    De voorzitter: Nog anderen? Nee? Dan gaan we door naar de fractie van DENK, maar niet nadat ik heb voorgelezen heb wie daarna komt. Daarna komt Liberaal Zaanstad, mevrouw De Boer heeft daar het woord. Eerst mevrouw Pancar.
    Mevrouw Pancar (DENK): Dank u wel, voorzitter. Daar zijn we dan, aan het einde van een politiek seizoen. Een roerig politiek seizoen met een onverwachts einde. Het coronavirus heeft ons veel hectiek bezorgd. Deze periode heeft ons wakker geschud, ons laten zien hoe belangrijk vitale beroepen zijn en hoe belangrijk onze gezondheid is. Namens onze fractie wil ik gebruikmaken van de gelegenheid om ons medeleven te uiten aan eenieder die geliefden heeft verloren aan het virus. Niet alleen op het gebied van gezondheid heeft het coronavirus ons getroffen, maar ook ondernemers en ZZP’ers lijden aan de gevolgen hiervan. We vinden het een compliment waard hoe de Zaanse gemeenschap haar uiterste best doet om alles in goede banen te leiden. Daarbij zijn wij blij om te zien dat de Zaanse gemeenschap voor elkaar staat in dit soort noodsituaties. Onze complimenten voor de prachtige initiatieven die genomen zijn in deze zware tijd. Voorzitter, als ik een blik werp op de toekomst komen allereerst onze Zaanse jongeren in mij op. Alles wat wij in dit huis met elkaar bespreken en besluiten heeft effect op hun toekomst. Laten wij dat met z’n allen niet vergeten. Het doet onze fractie goed dat het project Jeugd en Democratie, waarmee wij dit jaar zijn gestart met het welkom heten van de klassen op het stadhuis, goed wordt ontvangen. De ontwikkeling van onze jongeren zowel op alle vlakken is ontzettend belangrijk. Wij merken op dat studenten in Zaanstad moeite hebben met het vinden van een geschikte studieplek. Hiervoor dienen wij dan ook een motie in waarmee wij het college oproepen om in kaart te brengen waar de studieplekken in Zaanstad zich op dit moment bevinden en om, indien nodig, meer studieplekken te creëren verspreid over de stad. Het volgende thema dat ik wil belichten is het sociaal domein. DENK wenst iedereen toe dat je je leven zo in kan richten zoals je dat zelf wilt. We vertrouwen op de kracht die mensen zelf hebben en denken dat de meeste mensen, soms na een gesprek, een beeld hebben van wat zij nodig hebben. De Zaanse samenredzaamheid. Bij bestudering van de Voorjaarsnota valt ons op dat de nadruk bij zorg sterk ligt op het halen van prognoses en het handhaven van gestelde kaders. Het geheel is doordrenkt van de spanning die wordt veroorzaakt door de WMO opgelegde doelstellingen. Wij dringen er daarom bij de wethouder op aan om extra op toe te zien dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg. Het gevoel leeft bij veel van de burgers dat er steeds meer voor zorg betaald dient te worden, voor steeds minder kwaliteit. Wij denken dat in Zaanstad het bestuur dient te waken voor de bevestiging van dit gevoel, dus pleiten wij voor een begrotingsgericht beleid, met het waarborgen van de menselijke waarden. Het is daarbij essentieel dat er wordt gezorgd voor voldoende ondersteuning en wederzijdse communicatie, maar ook voldoende controle richting de Wijkteams om het beoogde beleid te waarborgen. Zaanstad groeit de komende jaren van een stad van 155.000 naar 200.000 inwoners. Juist hierdoor is het van groot belang dat de gelegenheid blijft bestaan om de toegenomen drukte te ontvluchten wanneer men daar behoefte aan heeft. Verder vragen wij aandacht voor het inplannen van voldoende groen binnen de geplande nieuwe woonkernen, evenals voldoende buitenspeelruimte voor de jeugd. Wij zullen ons ervoor inzetten dat het groene gezicht van Zaanstad in de toekomst niet beperkt zal blijven tot de kleur op de gevels van de gebouwen. In een groeiende stad, en een steeds sneller veranderende wereld, kunnen mensen het gevoel krijgen dat ze de grip verliezen: grip op hun buurt, hun omgeving en hun leven. De denkkracht en inzet van verschillende Zaankanters hebben we hard nodig om alle ambities waar te maken. Bewoners en bewonersinitiatieven verdienen een steviger positie in het overleg met plannenmakers, gemeenten en professionals. Bijvoorbeeld in Pact Poelenburg Peldersveld en bij de Omgevingswet, waarbij we zoals in het coalitieakkoord staat, werken aan een welvarende, veilige en duurzame stad, waarin iedere Zaankanter prettig en gezond woont, werkt en recreëert. Dan, voorzitter, kom ik op een punt vanuit de actualiteit, de Black Lives Matter-demonstraties door het gehele land. Met deze demonstratie probeert een grote groep mensen een signaal af te geven. Ik hoop dat Nederland, met ons als volksvertegenwoordigers voorop, deze boodschap tot verbinding en acceptatie tot zich door laat dringen. Het kan en mag niet zo zijn dat er mensen in Nederland of waar ook ter wereld benadeeld worden vanwege hun kleur, afkomst, geaardheid of geloof. Het is aan ons om dit signaal op te vangen en hier wat mee te doen, beginnende in onze eigen stad. Door middel van een motie zullen wij het college oproepen te onderzoeken of er in Zaanstad straatnamen en standbeelden zijn die refereren naar controversiële personen uit het koloniale verleden en slavernij, om deze vervolgens te wijzigen. In een multiculturele stad als Zaanstad, voorzitter, is geen plek voor welke vorm van racisme of discriminatie dan ook. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat wij er als raad alles aan gaan doen om dit voor eens en voor altijd te stoppen. Dank u wel.
    De voorzitter: Dank u wel. Precies binnen de tijd. Wie wil er reageren op de bijdrage van mevrouw Pancar? Niemand? Dan gaan we door naar het trekken van de naam die vervolgens aan de beurt komt, dat de Partij van de Arbeid, de heer Tuijn. Maar die zal pas spreken nadat mevrouw De Boer van Liberaal Zaanstad het woord heeft gevoerd. Aan u het woord.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Op 15 mei jongstleden werd mijn jongste zoontje zes jaar. Helaas kon door corona het feestje niet gevierd worden zoals hij daar al maanden naartoe geleefd had. Gelukkig werd hij toch verwend doordat lieve familie en vrienden cadeautjes opstuurden, zo ook het cadeautje van oma. Een oer-Hollands verhaal over Hansje Brinker. Kent u het verhaal van Hansje Brinker? Hansje Brinker was het zoontje van een sluiswachter. Tijdens een stormachtige middag gaat Hansje op pad om pannenkoeken te brengen naar een blinde man die in de buurt van de dijk woont. Als Hansje terugkeert naar huis ziet hij een veld vol met paardenbloemen. Hij plukt er een paar, blaast de pluisjes vrolijk de lucht in en dan merkt hij ineens dat het al donker begint te worden. Snel rent die jongen naar huis, maar dan hoort hij opeens een geluid. Waar kwam dat geluid vandaan? Hij keek in het rond en zag een kleine opening in de dijk, waar een dun straaltje water door stroomde. Hansje begreep meteen dat er gevaar dreigde. Dat kleine gaatje waar nu nog het water doorheen druppelde, zou spoedig groter worden en leiden tot een enorme overstroming. In een flits begreep Hansje wat hem te doen stond. Hij smeet de bloemen weg en klom omhoog totdat hij het gat had bereikt. Hij duwde zijn vinger daarin om het gat dicht te houden. De straal was gestopt. Zo, dacht hij, met een jongensachtig plezier, nu houd ik dat boze water tegen en zal de stad niet onderlopen zo lang als ik hier sta. Hij dichtte het gat in de dijk met gevaar voor eigen leven. Hansje Brinker was een held. Onze eigen Zaanse Hansje Brinker, namelijk Hansje Krieger, is helemaal geen held. Hij deed niet eens een poging om zijn vinger in de dijk te drukken die de Zaanse begroting heet. Het gat is inmiddels geen gat meer, maar een megakrater. Nog zonder de gevolgen van corona 728 miljoen schuld en 3 miljoen structureel tekort. Ik noem het nog een keer, elk jaar komt dit college meer dan 3 miljoen tekort. En de effecten van corona komen daar nog eens bovenop. In plaats van zelf leiderschap en visie te tonen door zijn vinger in de dijk te duwen, wijst Hans Krieger met zijn vinger naar het Rijk. Het is allemaal de schuld van het Rijk, zo lezen we in deze nota. O ja, het is ook de schuld van de zorgaanbieders, lezen we in de antwoorden. Vervelend hoor, dat ze achteraf ons nog kunnen verrassen met een gepeperde rekening. Maar wethouder Krieger kan er niks aan doen en zit in een slachtofferrol. Wethouder Krieger, ik stel u de vraag straks weer: heeft u al contact opgenomen met de toezichthouder van de provincie? Moeten we ons zorgen gaan maken dat we een Artikel 12-gemeente worden? Voor de niet-kenner, dat betekent dat we onder financieel toezicht gesteld worden en niet meer zelf kunnen beslissen over onze begroting en onze belastingen. Als mensen in de schulden zitten, dan vindt de VVD dat er streng gecontroleerd moet worden en dat alleen het hoognodige uitgegeven mag worden. Maar dat geldt niet voor de Zaanse VVD-wethouder Hans Krieger. In plaats van de hand op de knip te houden, geeft hij als wethouder Financiën met dit college nog steeds geld uit aan niet noodzakelijke dingen. De groene bushokjes zijn hier weer zo’n voorbeeld van. Wat straalt u uit naar de inwoners? “Joh, maakt u zich maar geen zorgen over de effecten van corona op onze begroting, we hebben geld zat. En zo niet, dan verhogen we gewoon de belastingen.” Wethouder Krieger, ik hoef u als VVD’er die moet staan voor deugdelijk financieel beleid toch niet uit te leggen dat geld wat je niet hebt, je ook niet kunt uitgeven? Hoe past een Voorjaarsnota met een tekort van structureel 3 miljoen per jaar bij een deugdelijk financieel beleid? De wethouder Financiën is in deze coronatijd belangrijker dan ooit, maar de VVD-wethouder Hans Krieger is compleet onzichtbaar. De VVD en het huishoudboekje op orde houden, daar zijn ze totaal niet mee bezig. De coronamaatregelen zijn vanaf 18 maart ingegaan, we zijn nu precies drie maanden verder. Heeft wethouder Krieger een visie? Toont dit college leiderschap? Heeft de wethouder Financiën zich zichtbaar laten gelden om alle voorstellen en besprekingen in de raad van een financiële brede context te voorzien? Nee. Maar we snappen het wel. Wethouder Krieger van de VVD moet deze uitgaven wel goedkeuren, want alleen op deze manier konden ze in het college blijven: door zich als makke schapen naar de slachtbank te laten leiden. De VVD heeft het pluche verkozen boven deugdelijk financieel beleid. Beschamend, voorzitter, en bestuur van deze stad onwaardig. Voorzitter, wij snappen dat deze unieke tijden vragen om een beleidsneutrale Voorjaarsnota. Wat we niet snappen, voorzitter, is het complete gebrek aan leiderschap en visie. Verder dan schouder aan schouder komt dit college niet. Liberaal Zaanstad heeft bij de begroting gevraagd om leiderschap en visie. We krijgen slechts een Voorjaarsnota voorgeschoteld met een structureel tekort van 3 miljoen, zonder een plan. Voorzitter, ik sluit af. Toon net als Hansje Brinker lef en initiatief, best college. Sluit coalities, zorg voor een goed concurrerend vestigingsklimaat met voldoende arbeidspotentieel, goede en betaalbare bereikbaarheid en een aantrekkelijk fiscaal klimaat. Alleen op die manier dichten we de krater van de begroting en zorgen we voor economisch herstel, wat meer dan ooit nodig is. Dank u wel.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil reageren? Ik zie een aantal vingers. Mevrouw Onclin, dan de heer Tuijn en mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Ik wil even beginnen met dat ik het heel vervelend vind dat mevrouw De Boer het zo persoonlijk maakt richting de heer Krieger. Vind ik niet oké. Daarnaast, Hansje Brinker, ik ben blij dat u toch iets heeft opgevangen bij de VVD, want dat is een van de lievelingsverhalen van mijn collega, de heer Rienstra, en die vertelt er ook altijd bij dat het een Amerikaans verhaal is. Dus wie ook Hansje Brinker even googelt: het is geïmporteerde Amerikaanse folklore. Maar leuk dat er toch iets van de VVD is blijven hangen. Dan, voorzitter, het is natuurlijk heel makkelijk om nu de VVD allemaal verwijten te gaan maken, maar wie net heeft opgelet heeft de heer Zoomermeijer ook een aantal dingen horen zeggen. We kunnen allemaal tellen in deze raad. Als inderdaad de VVD niet zijn bestuurdersverantwoordelijkheid had genomen, dan had de SP nu zeer waarschijnlijk op de plek van de VVD gezeten en hadden we allemaal net kunnen horen in de bijdrage van mijnheer Zoomermeijer wat dat had betekend. Dus ik onderschrijf helemaal het einde van uw betoog over wat er allemaal belangrijk is, maar wat ons betreft hebben we daarop ingezet juist door bestuurdersverantwoordelijkheid te nemen en niet weg te lopen, zoals Liberaal Zaanstad deed.
    De voorzitter: De heer Tuijn.
    De heer Tuijn (PvdA): Dank u wel, voorzitter. In zo’n Algemene Beschouwing geef je ook altijd een beetje je visie op hoe je vindt dat het verder moet met een stad. Ik heb uit uw Algemene Beschouwing twee punten van zorg gehaald. Dat is financiën in het algemeen en dat is de uitdroging van de dijken, dus dat u zich zorgen maakt over te weinig regenval. Maar ik hoor voor beide problemen geen oplossing. De drie punten die u aan het eind noemt. Als het college zich daarvoor gaat inzetten, vergt ook extra investeringen. Dus dat conflicteert met elkaar. We hebben dit gesprek ook de vorige keer gehad met u, dat op het moment dat je zegt: ik leg mijn focus volledig op de financiën. Hoe dan? Weet je, kijk, ik zal ook mijn bijdrage doen en heel veel zaken noemen die ik belangrijk vind, maar ik weet ook dat dat geld kost. Dat leidt niet automatisch tot een veel gezondere begroting, maar het geeft wel aan wat je graag wilt. Bij u hoor ik alleen: de geldkraan moet dicht.
    De voorzitter: Mevrouw Neefjes en dan een reactie van mevrouw De Boer.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Ik kan eigenlijk helemaal aansluiten bij mijn voorgangers. Ik vind het ook zeer kwalijk als hier personen worden genoemd, terwijl wij weten dat het college als geheel deze Voorjaarsnota aanbiedt en dat uiteindelijk als raad gaan wij hierover. Dus wat er ook gaat gebeuren, dat is aan ons als raad. Ten tweede kan ik ook helemaal mij vinden in alle vragen over geld en schulden en tekorten. Ik heb LZ regelmatig gevraagd om zelf dan met ideeën te komen: waar moet dan op worden bezuinigd? Dat geeft u ook nu hier weer niet, dus ik ben benieuwd wat de komende weken gaat brengen met voorstellen van LZ.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer eerst.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter, en dank aan de partijen voor de vragen, want daar ga ik graag op in. Wat ik altijd jammer vind in deze raad, is dat dan meteen die toon van persoonlijk, en het ligt aan de toon, zodat het niet over de inhoud hoeft te gaan. Dat is dan altijd wel weer een beetje jammer. De VVD leest ons ook meteen even de les over Hansje Brinker. Want ik zei inderdaad ook niet dat het een Nederlandse schrijver was, ik zei dat het gaat over een oer-Hollands verhaal. Maar goed, dat er geïnvesteerd moet worden in deze stad, volgens Liberaal Zaanstad staat dat buiten kijf. Maar als wij allerlei andere investeringen gaan doen en we hebben niet van die grote, diepe zakken als Zaanstad, dan zeggen de muizen tegen de olifant: wat stampen we lekker. Dat zei ik vorige keer ook. Dus volgens mij: schoenmaker, hou je bij je leest en doe waar je goed in bent. Wat we daarnaast natuurlijk de afgelopen weken wel degelijk hebben langs zien komen, is bijvoorbeeld een onderzoek van 75.000 euro voor een nieuw museum. Uiteindelijk heeft de raad dat wel afgeketst, maar wat wij hebben gemist is een heel duidelijk beeld van de portefeuillehouder Financiën. Die mogen we wel degelijk aanspreken als wethouder Financiën, namens het college. Zo heb ik ook het voorbeeld van de bushokjes genoemd. Wij hebben niet gezien dat deze wethouder zich heeft laten gelden. We hebben allerlei voorstellen behandeld, we hebben daar geen enkele financiële context bij gehad. Dan kan de heer Tuijn natuurlijk makkelijk zeggen: wat Liberaal Zaanstad betreft hoor ik nu eigenlijk alleen maar die financiën - die dijk laat ik maar even buiten beschouwing. Ja, maar volgens mij hebben we ook echt een hele belangrijke opgave en daarom ook was de vraag aan de wethouder - en die kan nu niet antwoorden, zal dat wellicht bij het Zaanstad Beraad doen: stevenen wij af om een Artikel 12-gemeente te worden? Volgens mij is dat de allerbelangrijkste vraag.
    De voorzitter: Twee interrupties zag ik. Van mevrouw Onclin en de heer Pauw.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Want als we elkaar gaan aanspreken op rollen en waarom we daarin niet hebben ingegrepen. Mevrouw De Boer, waarom heeft u dan al, toen u nog fractievoorzitter was van de VVD, niet ingegrepen toen mevrouw Van Nieuwamerongen dit initiatief inbracht om de bushokjes op deze manier te gaan bekleden? Dit is namelijk een VVD-initiatief van mevrouw Van Nieuwamerongen.
    De voorzitter: De heer Pauw kort, want de tijd is voorbij, dus ik wil graag dit debat afronden. De heer Pauw.
    De heer Pauw (ROSA): Net als de heer Tuijn en mevrouw Onclin en mevrouw Neefjes verbaas ik me ook over de extreme aandacht die Liberaal Zaanstad besteedt aan de positie van de wethouder Financiën. Volgens mij is het gewoon een college wat op een gegeven moment luistert naar de raad en uiteindelijk de raad die de grote lijnen uitstippelt en uiteindelijk ook besluiten neemt over begroting en jaarrekeningen en andere grote financiële stukken. Laten we wel wezen, als u die onzekerheid niet herkent, want u zegt: de wethouder legt zijn oor te luisteren in Den Haag, die wacht maar af of er nog wat geld uit Den Haag komt. Ik bedoel, dat is een probleem wat alle gemeentes op dit moment hebben. Alle gemeentes verkeren in dezelfde onzekerheid wat de gevolgen zijn van de coronacrisis, wat de effecten zijn van de toegenomen werkloosheid, drie keer zoveel werklozen op dit moment als voor de coronacrisis. Dat kunnen wij niet opbrengen, dat kunnen andere gemeentes ook niet opbrengen.
    De voorzitter: Het punt is duidelijk.
    De heer Pauw (ROSA): Dus die drie miljoen waar u het over heeft, die zal groter worden en wij hopen dat er geld vanuit het Rijk komt om op een gegeven moment daar enigszins verlichting in te geven.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer tenslotte in dit debatje.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Ik hou het heel kort, voorzitter. Kijk, wat dit college doet - dan het college, maar volgens mij heeft de wethouder Financiën in deze tijd een hele belangrijke rol, zo kijk ik er in ieder geval tegenaan - maar een soort schietgebedje naar het Rijk: verlos ons, help ons. Nee, volgens mij hebben wij hier in deze zaal een hele nadrukkelijke rol om op die financiën te gaan letten. Volgens mij is dat een hele belangrijke.
    De voorzitter: Goed, hiermee is dit debat beëindigd en gaan we door naar de heer Tuijn, maar niet nadat ik heb gezegd dat mevrouw Mathkor van GroenLinks daarna zal spreken. De heer Tuijn heeft het woord.
    De heer Tuijn (PvdA): Dank u wel, voorzitter. En toen was er corona. We leven in een spannende en onzekere tijd voor iedereen in onze gemeente. Het is bijna niet voor te stellen hoe anders het leven er kortgeleden nog uitzag. Corona betekent naast een gezondheidscrisis ook een economische crisis en een sociale crisis. Corona raakt wie kwetsbaar is dubbel zo hard. Denk aan de eenzaamheid in verpleeghuizen, de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg, maar ook aan de risico’s voor een tweedeling in onze maatschappij. In deze kwetsbaarheid hebben mensen en de samenleving behoefte aan zekerheid over hoe we hier uitkomen, over hoe we pijn eerlijk verdelen. De gevolgen van de coronacrisis hebben we als raad nog lang niet in beeld. Wat betekent het uiteindelijk voor de werkgelegenheid? Kan iedereen zijn rekeningen straks nog betalen? Kunnen onze culturele en maatschappelijk instellingen nog leveren wat de stad nodig heeft? Waar Zaanstad voor de coronacrisis met beperkt budget al ontzettend veel belangrijke ontwikkelingen voor ogen had - denk aan de wachtlijsten voor woningen, onderwijskansen en verduurzaming - hebben we nu extra uitdagingen. En zoals gezegd, hoe groot die uitdagingen zijn en welke financiële middelen we van het Rijk mogen verwachten, is ook nog onduidelijk. Als PvdA zijn we dan ook blij met een Voorjaarsnota die nog geen keuzes maakt, maar uitgaat van wat we hebben. Eerst helpen waar nodig, een inschatting maken van wat de toekomst brengt, en geen halsoverkop bezuinigingen. De komende maanden moeten met elkaar zoeken naar een aanpak waarmee onze inwoners, bedrijven en instellingen met vertrouwen de toekomst in kunnen. Belangrijk is dat je als overheid zorgt voor investeringen op plekken waar dat het meeste effect heeft. We zien bij de eerste corona-aanpak al goede inspanningen om bedrijven en instellingen in geval van nood te ondersteunen. Zo krijgt de horeca meer ruimte. De keuze voor maatwerk, voor degenen die dat het meest hard nodig hebben, in combinatie met een belang voor andere mensen in de stad, vinden wij een goede. Een belangrijke organisatie als de Voedselbank verdient daarom ook onze steun. Kies met voorrang voor bedrijven die veel werkgelegenheid bieden, of een belangrijke maatschappelijke taak vervullen. Als wij investeren in duurzame energie, doe dat dan om de lasten van burgers te verlagen. Ondersteun instellingen die onze zwakkeren helpen om stevig door de crisis te komen. Naast al genoemde Voedselbank, geldt dat bijvoorbeeld ook voor onze buurthuizen. Voorzitter, we moeten heel goed oppassen dat de kloof in de samenleving niet wordt vergroot door de gevolgen van corona. We willen juist nu gelijke kansen in het onderwijs, gelijke kansen op werk, maar ook dat iedereen mee kan blijven doen wanneer het om financiële armslag gaat. De coronacrisis kan gemakkelijk leiden tot stijgende lasten, denk aan de zorgpremies. Het heeft de ongelijke positie van kinderen in het thuisonderwijs genadeloos blootgelegd. En mensen verliezen hun baan. Wij moeten ons zorgen maken om de inwoners met kleine inkomens die ook de gevolgen van de crisis moeten dragen en daardoor in nog moeilijkere situaties belanden. Zeker bij inwoners die reeds in een schulphulpverleningstraject zitten en door terugval in inkomen eventueel nieuwe schulden moeten maken. We zouden niet willen dat het aangaan van nieuwe schulden een reden is om lopende schuldhulpverlening te beëindigen. Als gemeente moet je uit verantwoordelijkheidsgevoel voor al deze genoemde groepen kijken naar hoe je ze kunt ondersteunen. Afgezien van deze verantwoordelijkheid, leidt het niet goed ondersteunen in deze fase tot grote problemen in de toekomst. Problemen die vaak niet alleen persoonlijke drama’s zijn, maar ook financiële gevolgen zullen hebben voor de gemeente. Preventie moet dan ook leidend zijn, wees er vroeg bij. Aansluiting en gebrek aan perspectief zijn altijd de lucifers geweest van onvrede. We mogen trots zijn dat we in Zaanstad altijd blijven investeren in het bieden van perspectief, maar ook wij hebben buurten met hogere werkloosheid, segregatie en sluimerende onvrede. Daarom zijn we ook heel blij met het manifest dat is aangeboden aan het kabinet, ook door onze eigen burgemeester. Zaanstad moet een stad van kansen blijven, in plaats van angsten. Voorzitter, we moeten vooral doorgaan met onze woningbouw, gelijke kansen in het onderwijs en het stimuleren van werkgelegenheid. Om dat te doen is er creativiteit nodig in hoe je dat op een verantwoorde manier financiert. Maar de reanimatie van de stad gaat altijd voor. Zaanstad is een prachtige stad, we zijn er voor elkaar en we helpen elkaar waar dat kan. Maar zeker niet alles is somber. De PvdA-fractie kijkt positief naar de toekomst. In de afgelopen maanden hebben zoveel inwoners van Zaanstad zich van hun mooiste kant laten zien: de solidariteit, de bereidheid elkaar te helpen en de energie om iedereen op de been te houden, zijn hartverwarmend. Al die mensen in de zorg, het onderwijs, het transport, de supermarkt, de schoonmaakbranche, de vaders en moeders, de ondernemers en al die scholieren en studenten die vanuit huis leren en er het beste van maken, dat toont waar we toe in staat zijn. De afgelopen maanden hebben we ook laten zien dat we gezamenlijk ons leven radicaal om kunnen gooien. Nu komt het aan op de politieke wil om diezelfde kracht te gebruiken voor nieuw perspectief. Laten we er met elkaar voor zorgen dat we sterker uit deze periode komen en laten we het maximale doen om straks in het najaar een begroting met beleid neer te leggen, waar we de komende jaren trots op kunnen zijn. Dank u wel.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil reageren op de heer Tuijn? Geen reactie op de heer Tuijn, dan gaan wij door naar mevrouw Mathkor en daarna komt DZ aan het woord. De heer Kerkhoven, u steekt de vinger op?
    De heer Kerkhoven (DZ): Ik zou de vergadering het verzoek willen doen of DZ als laatste zou mogen, omdat mevrouw Rot onderweg is vanuit het ziekenhuis.
    De voorzitter: Ja, zorgen we dat we eerst beginnen met de fractie DOEN. Die komt dus na GroenLinks. Mevrouw Mathkor heeft het woord.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Dank u, voorzitter. Collega’s, college en toehoorders, de afgelopen maanden zullen wij nooit vergeten. Mensen hebben familie verloren of hun naasten alleen van een afstandje kunnen zien, en van de ene op de andere dag verloren sommigen hun hele inkomen. Dat alles door een onzichtbaar dodelijk virus dat mensen angst aanjaagt. Wij wensen alle getroffenen sterkte. Het deed bizar aan dat terwijl dit virus rondwaarde, het buiten stralend weer was met strakblauwe luchten en stilte rondom. Geen vliegtuiglawaai, zuivere lucht en geen files meer, en dus ook minder stikstof. Goed voor de natuur en de woningbouw. Digitaal vergaderen bleek best mogelijk. De fiets werd vaker gepakt. We hebben meer waardering gekregen voor het groen in onze buurt. Naast eenzaamheid was er ook sprake van veel saamhorigheid. Nu alle veiligheidsvoorschriften wat losser zijn geworden, willen wij niet terug naar het oude normaal, maar de weg inslaan naar het nieuwe normaal, waarbij wij de positieve aspecten van deze crisis willen behouden. Zoals bevorderen van het fietsverkeer, daar zijn we met de Koersnota al aardig mee op weg. Minder vliegverkeer, daar komen we met een motie over. En spreiding van werk en lesuren, daarover gaan we graag in gesprek met het college. Maar natuurlijk, er zit ook een donkere kant aan deze crisis. Veel mensen verliezen ondanks steun van het Rijk hun baan en doen daardoor een beroep op de bijstand. Hoe mooi zou het zijn als Nederland net als Spanje al een soort basisinkomen had? Het wordt tijd om daarover eens een experiment te overwegen. Gelukkig is ons wel verzekerd dat de capaciteit om bijstandsaanvragen af te handelen op dit moment voldoende is. Voorts, auto’s staan vaker stil en toeristen komen niet meer in drommen. Is dat erg? Nee, maar de middenstand mist wel inkomen daardoor en de gemeente mist parkeer- en toeristenbelasting. Culturele en maatschappelijke instellingen dreigen om te vallen. Er worden al gesprekken gevoerd over ondersteuning voor de Voedselbank, de buurthuizen en de grote culturele instellingen. Als raad willen wij daarbij graag de vinger aan de pols houden en daarbij ook de kleinere culturele instellingen niet vergeten. Veel zorgen dus over de gemeentefinanciën. Het Rijk belooft de gemeente compensatie, ook voor gederfde inkomsten. Maar eerst zien en dan geloven. We hebben nu nog geen compleet beeld, maar dat er bezuinigd moeten worden staat vast, te meer daar de kosten in het sociaal domein moeilijk beheersbaar blijken. Niettemin zouden wij geen budgetplafond willen, zeker omdat er nu al wachtlijsten zijn in de jeugdzorg. Preventie is daarbij wel een basis. Dat geldt voor uiteenlopende zaken als jeugdhulp, leerachterstanden en educatie over discriminatie. Het is heel goed dat de jeugd nu haar stem laat horen om racisme tegen te gaan, wrang dat daar de gewelddadige dood van George Floyd voor nodig was. In de zorg willen wij liever geen aanbestedingen meer. Aanbestedingen doorbreken de continuïteit, kosten veel tijd en zijn moeilijker door de raad te controleren. Bij een aanbesteding moeten op zijn minst de voor- en nadelen van alle vormen van inkoop overwogen worden. Daarover komen wij met een motie. Terug naar de financiën. Bezuinigingen zullen nodig zijn om de komende begroting rond te krijgen. Geen beleidsinvesteringen op dit moment, maar kijken waar er bezuinigd kan worden in opmaat naar de begroting 2021. GroenLinks wil wel aangeven waarop wij niet willen bezuinigen. Deze coronacrisis is plotseling met grote impact over ons heen gekomen. Nog groter zal de impact van de klimaatcrisis zijn als wij niet alles op alles zetten om de opwarming van de aarde een halt toe te roepen, om miljoenen vluchtelingen en slachtoffers te voorkomen. Daarom willen wij niet bezuinigen op duurzaamheidsgelden. Wij willen wel kijken hoe die efficiënter besteed kunnen worden. Minder praten, meer doen. Klimaatadaptatie hangt daarmee nauw samen. Er is nu een derde droge zomer op rij. Hoe kunnen we droogte, hittestress en wateroverlast voorkomen? Wij moeten sowieso veel meer bouwen, met name sociale woningbouw, maar zeker ook klimaatadaptief. Iedere burger moet met droge voeten naar een dichtbij parkje kunnen lopen om daar de schaduw van bomen op te kunnen zoeken. Geen van deze bezuinigingsmaatregelen zou de kloof tussen rijk en arm moeten vergroten. Groot inzetten op woningisolatie levert een lagere energierekening op. Veel kosten van de energietransitie, daarvoor zouden wij eerder naar de grotere bedrijven moeten kijken die de laatste jaren winst hebben gemaakt. Bedrijven die zonnecellen en windmolens produceren zijn zeer welkom hier. Ze leveren werkgelegenheid op en omwonenden van windmolens moeten meedelen in de winst. Waar zouden wij dan wel op willen bezuinigen?
    De voorzitter: Uw tijd is om.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Bijvoorbeeld op het Fortuinveld voor De Kraaien? Is het langzamerhand geen zaak van slecht bestuur om ze zo lang aan het lijntje te houden? Prioritering en fasering van MAAK? Minder inzetten op ondermijning? Wat ons betreft allemaal te overwegen. Tenslotte vraagt u zich af: waar blijven de bomen? Dat vragen wij ons ook af. Wij wachten met smart op het Bomenbeleidsplan en het Groen- en Waterplan. Dank u wel.
    De voorzitter: Dank u wel. De heer Kerkhoven, interruptie.
    De heer Kerkhoven (DZ): Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Mathkor, ik vind het een beetje vreemd en een beetje in tegenstrijd met elkaar. U zegt: dat er niet veel toeristen komen, dat is niet erg. Nou, dat vind ik erg vreemd als u weet dat bijvoorbeeld de Zaanse Schans nog maar twee tot drie procent van hun bezoekers krijgen, waarbij ondernemers onder water staan ongeveer en de molens. Dan zegt u vervolgens: het is wel vervelend voor die ondernemers. Maar kunt u mij eens uitleggen waarom dat u dat niet erg vindt dat er niet veel toeristen komen in deze stad?
    De voorzitter: Mevrouw Mathkor.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Ja, dat wil ik zeker graag uitleggen. Wij hebben altijd als GroenLinks ook gepleit voor duurzaam toerisme en niet de overvloed aan toerisme inderdaad die op de Zaanse Schans was. Wij hebben allemaal gekeken: waarom zijn we zo bezig over de Zaanse Schans op maatregelen? Omdat het overliep, omdat er te veel kwamen. Dus iets minder is geen probleem, en nadrukkelijk, zoals u ook al zei, is dat inderdaad wel zuur voor ondernemers die inkomen missen, zeker. Maar die grote toeloop van toeristen, daar hebben wij best problemen mee.
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Voorzitter, ik zou graag van mevrouw Mathkor willen horen waar GroenLinks wil gaan bouwen, want ik hoor bezuinigen op MAAK, dus geen MAAK. Maar ik kan me ook niet voorstellen dat GroenLinks ervoor pleit om te gaan bouwen in het groen. Maar ik hoor mevrouw Mathkor ook zeggen dat we wel willen bouwen. Dus ik vraag me dan wel af: waar?
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Ik heb zeker gezegd dat we graag willen bouwen. En ik heb alleen maar gezegd over MAAK, dat we het misschien wat kunnen … Sommige maatregelen, MAAK gaat niet alleen over bouwen, MAAK gaat over veel meer, kunnen we kijken of we dat misschien wat kunnen faseren en prioriteren, waardoor er misschien wat geld vrijgespeeld wordt.
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Voorzitter, maar dan zijn we als VVD bang dat we dezelfde fout gaan maken die we in het verleden wel hebben gemaakt, is dat we alleen woningen neerzetten en vergeten dat we er met alleen woningen niet zijn. Want juist belangrijk is aan MAAK dat we een integrale visie hebben over een gebied en niet alleen maar simpelweg kijken naar woningbouw.
    De voorzitter: Mevrouw Mathkor.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Zeker. Wij willen ook bij woningbouw zeker het groen niet vergeten, daar heeft u helemaal gelijk aan. Niettemin zou je … Kijk, we moeten allemaal creatief denken, dat is ook al door anderen hier gezegd. Heilige huisjes zijn er niet meer en dus moet je kijken hoe je misschien in het project MAAK inderdaad dingen misschien anders kan aanpakken, misschien wat verschuiven. Het geldt ook voor andere projecten, misschien ook wel voor de Omgevingswet hoe je daarin kan verschuiven en vertragen. Dat zijn allemaal opties die openstaan en alles moet bespreekbaar zijn, hoop ik ook voor u.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer en dan de heer Wit.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. GroenLinks begon een betoog met een pleidooi, of eigenlijk een steunbetuiging naar al die mensen die zo getroffen zijn door corona. Maar als ik - en dat is eigenlijk in reactie op de vraag van de heer Kerkhoven - constateren we dat GroenLinks steun heeft voor iedereen, maar niet voor de mensen en de arbeidsplaatsen die afhankelijk zijn van de inkomsten van toerisme. Die groep laat GroenLinks duidelijk links liggen. En ik zie ook een beetje een tegenstrijdigheid in uw verhaal, want ik ben het helemaal met u eens waar u zegt: meer investeren in de energietransitie waar dat ook de economie op gang kan helpen, arbeidsplaatsen. Maar ik hoor u vervolgens ook zeggen dat we daar heel erg in naar voren moeten lopen. Dan raken we wel aan het financiële huishoudboekje, hebben we daar een groot probleem. Want tot nu toe zijn alle investeringen die we daar doen, bijvoorbeeld in warmtenetten, moeten we nog een heel deel van afschrijven. Dus die investeringen renderen op dit moment niet. Hoe ziet GroenLinks dat?
    De voorzitter: Mevrouw Mathkor.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Ik geloof dat ik uw eerste vraag al beantwoord heb aan mijnheer Kerkhoven, dat wij inderdaad wel ons medeleven betuigen, toch ook met de mensen die inkomen verliezen, de middenstanders qua minder toeristenbezoek. Dus dat is inderdaad jammer. Het tweede punt dat u zegt: investeringen. Om te beginnen, maar de debattijd was om, had ik tegen u nog willen vragen, u heeft het erg over bezuinigingen, bezuinigingen, bezuinigingen en de begroting niet rondkrijgen, en misschien wel in Artikel 12 terechtkomen. Tegelijkertijd is het zo dat toch juist door investeringen niet te doen, hebben wij bij de vorige financiële crisis, is het fout gegaan en zijn we daar veel te lang in blijven hangen door geen investeringen te doen. Dus wat ons betreft zijn investeringen heel belangrijk en dat …
    De voorzitter: Een korte reactie van mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dat ben ik helemaal met u eens dat wij moeten investeren, want daarmee houden we ook arbeidsplaatsen, daarmee zorgen we ook dat we een vitale stad zijn. Maar ik hoor u niet praten over investeringen, ik hoor u praten over mensen een vis geven en niet leren om die vis ook met een hengel op te vissen.
    De voorzitter: Mevrouw Mathkor en dan eindigen we dit debat, want dan is de tijd om.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Maar ik kon net niet helemaal uitpraten. Kijk, die investeringen vragen wij graag in duurzaamheid juist. Dat is voor ons heel erg belangrijk, juist om een hele hevige klimaatcrisis te voorkomen. Daarom zouden wij graag willen investeren in bedrijven die zonnecellen maken, die windmolens of delen daarvan produceren. Dat is dan duurzaam investeren.
    De voorzitter: Ik zag de heer Wit en de heer Van Haasen nog, maar die vraag ik om in een volgende termijn dan terug te komen op deze twee punten. We zijn nu toe aan mevrouw Yardimci van DOEN en daarna komt ROSA, de heer Pauw. Mevrouw Yardimci heeft het woord.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Dank u wel, voorzitter. Samen tegen corona, dat is waar onze gemeente zich de afgelopen tijd mee bezig heeft gehouden. Met 49 overledenen en 423 besmettingen lijkt het virus langzamerhand af te nemen. Het is een enorme klus geweest. Ik wil dan ook het college, alle ambtenaren, ondernemers, inwoners, zorgverleners, handhavers en organisaties die een bijdrage hebben geleverd aan de bestrijding van het coronavirus ontzettend bedanken. Samen zijn we sterk geweest, samen tegen corona. Helaas waren er ook minder positieve geluiden te horen in de Zaanse samenleving. De maatschappelijke organisaties die stil kwamen te liggen, de ouderen en jongeren die niet de juiste zorg konden ontvangen, kinderen die de dupe werden van huiselijk geweld doordat ze thuisbleven, en inwoners die hun baan kwijtraakten en vervolgens hun vaste lasten niet meer konden betalen. Voor iedereen is dit een erg moeilijke periode geweest. Wij wensen iedereen dan ook veel sterkte toe in deze periode. Daarnaast waren de Black Lives Matter-protesten onmisbaar in ons land. Hoe de dood van George Floyd heeft geleid tot de stem van duizenden mensen, is een krachtige boodschap geweest. Hiermee hebben duizenden mensen weer bewezen dat tegenstellingen tussen zwart en wit niet langer kunnen en bestreden moeten worden. Voorzitter, wij hebben kennisgenomen van de beleidsarme Voorjaarsnota en moeten zeggen dat dit voor ons erg verwarrend is geweest. De Voorjaarsnota bestaat uit cijfers en doelstellingen die volgens ons niet kloppen, gezien de coronacrisis waar we nu inzitten. Wij vinden het dan ook jammer dat deze effecten van de crisis niet betrokken zijn bij de nota. Wel snappen wij dat het allemaal redelijk moeizaam verloopt en dat het nog tijd nodig heeft. Echter blijft die onzekerheid bij ons wel bestaan. Ik zou een tweetal punten willen toelichten vanavond. Allereerst pleiten wij voor onderzoek naar de coronabesmettingen en overledenen. Wij zullen het college hierin dan vragen om in dit onderzoek te kijken naar de volgende factoren, namelijk economische positie, taal, toereikendheid van zorg, positie van de wijken, leeftijd, afkomst en geslacht. Zaanstad is hard getroffen door de crisis en de verwachting is dat de anderhalvemetersamenleving zal voortduren gedurende een half jaar. Het is voor Zaanstad een enorme opgave geweest om dan ook corona te bestrijden. Tijdens de crisis zijn er veel inwoners achtergebleven. Zij hebben niet de juiste hulp kunnen ontvangen vanuit de gemeente, of werden niet eens gezien. Hierdoor hebben veel inwoners in de knel gezeten. Om te voorkomen dat dit zo verdergaat en dat dit nog een keer zal gebeuren, pleiten wij dus voor dit onderzoek. Zo hopen wij inwoners vroegtijdig te kunnen helpen in situaties als deze. Ten tweede zullen wij bij het vaststellen van de Voorjaarsnota met een motie komen om de begroting 2021 in februari, maart al te actualiseren. De coronacrisis heeft de financiële positie van de gemeente hard geraakt. Dit zien we terug in de jeugdzorg, de komende tijd zullen de tekorten ook oplopen. Daarnaast komt de Noodwet er ook aan, ook dit zal enorme impact hebben op de gemeente. De gelden die wij zouden willen uitgeven aan bijvoorbeeld armoede, gaat dit keer misschien naar de handhaving van de regels van de anderhalvemetersamenleving. Dat weten we nog allemaal niet, het is volgens ons dus niet slim om een begroting vast te stellen die bepalend zal zijn voor het hele jaar. Daarom kiezen wij er dus voor om februari, maart een actualisatie uit te voeren. Zo kunnen we problemen die er dan zijn met de effecten van de coronacrisis beter inzien en er beter op inspelen. Voorzitter, voor ons is het nu belangrijk om door te gaan, problemen vroegtijdig inzien, erop inspelen is heel belangrijk. De gezondheid van onze inwoners is het meest belangrijk. Wij moeten ervoor zorgen dat eenieder weer zijn of haar leven kan oppakken. Doorgaan moeten we doen, want anders zullen de problemen alleen maar oplopen. Dank u wel.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil er reageren op de fractie van DOEN? De heer De Vries en mevrouw Mathkor.
    De heer De Vries (D66): Ik heb een vraag aan mevrouw. Zij stelt dat we de begroting in februari zouden moeten evalueren. Maar de begroting van 2021, want daar gaat het dan over, die is dan pas een jaar oud. Houdt u dan pleidooi om elke maand van het nieuwe jaar 2021 de begroting te optimaliseren of te bekijken?
    De voorzitter: Mevrouw Yardimci.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Dank u wel, voorzitter. Kijk, het gaat nu vooral om de coronacrisis. We weten nog niet wat de effecten zullen zijn. Die zijn ook niet verwerkt in de Voorjaarsnota, dus dat maakt het voor ons allemaal, of het nou oppositie of coalitie is, heel onzeker. En voor ons denk ik dat het het slimste is om tenminste eenmalig wel te gaan kijken in februari, of in maart: hoe kunnen we nou wel gaan actualiseren om al die problemen die er dan spelen - want dan weten we pas, dit zijn de effecten van de coronacrisis, dit zijn de punten waar we juist op moeten letten, en ook het financiële gedeelte ervan - om dan juist die actualisatie uit te voeren, zodat we niet achterblijven met de problemen.
    De voorzitter: De heer De Vries, korte reactie.
    De heer De Vries (D66): Ik snap … Kijk, als u zegt: we doen het en elke maand doen we dat. Dan treft u mij niet aan uw zijde. Maar als u zegt: na het eerste kwartaal - dus januari, februari, maart is voorbij - we gaan dan bijvoorbeeld in april evalueren wat er die eerste drie maanden gebeurd is om te kijken of we wel op het goede spoor zitten. Dat vind ik op zich helemaal geen slecht idee, maar om dat elke maand te doen, daar ben ik niet blij mee, laat ik het zo zeggen.
    De voorzitter: Mevrouw Yardimci.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Dank u wel, voorzitter. Ik snap het punt van de heer De Vries, maar de bedoeling achter de motie is niet elke maand gaan actualiseren, maar gewoon op dat moment, nadat de effecten bekend zijn van de coronacrisis, de begroting te gaan actualiseren, zodat we wel op het juiste pad zijn en niet belangrijke punten over het hoofd gaan zien.
    De voorzitter: Mevrouw Mathkor.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Dank u, voorzitter. Even een verhelderende vraag aan u. Want op zich zo’n onderzoek, dat is misschien helemaal niet gek, maar wanneer zou u dat willen doen en door wie?
    De voorzitter: Mevrouw Yardimci.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Ik heb helaas geen vraag door wie. Wanneer? Het liefst zo snel mogelijk, want er komt nu ook een nieuwe Noodwet aan, dat zal ook allemaal impact hebben op de samenleving. En je wil als gemeente zijnde zo snel mogelijk inzicht krijgen in de groepen die je niet ziet, in de problemen die er wel zijn, maar waar je niet bij komt. Dus vandaar, wat ons betreft, zo snel mogelijk. Dan moet er natuurlijk worden gekeken naar de financiële positie: waar kunnen we dat bedrag dan uit gaan halen, en hoe gaat het dan precies lopen?
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Volgens mij worden wij meerdere keren per jaar al geüpdatet over hoe we ervoor staan, vier keer uit mijn hoofd. Wat ons betreft heeft deze organisatie er vooral belang bij dat ze de coronacrisis daadwerkelijk kunnen aanpakken en niet dat ze straks iedere maand of iedere twee maanden bezig zijn met het updaten van de raad.
    De voorzitter: Mevrouw Yardimci.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Voorzitter, ik weet niet of dit over het onderzoek gaat, maar als dit over het onderzoek gaat, dan denk ik dat het juist heel belangrijk is dat je ook alle inwoners die niet worden gezien juist ook meeneemt. Ik heb die technische vragen gesteld bij de griffie, dus ik weet ook nog niet of het al wordt gedaan, in welke mate het wordt gedaan. Als ik die beantwoording heb, dan zal ik die ook met u delen en dan kunnen wij ook kijken hoe we dit kunnen oppakken. Maar ik denk dat dit juist heel belangrijk is, want er zijn heel veel kinderen die lijden onder huiselijk geweld. Heel veel inwoners die helemaal niet worden gezien. Heel veel inwoners die geen voedselzekerheid hebben, geen slaapplaats hebben. Dus juist ook in deze crisis, de algemene situatie kan ik begrijpen dat de organisatie zich in voldoende mate bezighoudt met zulke dingen, maar de crisis heeft ook een best wel heftigere impact gehad op de samenleving.
    De voorzitter: Goed, ik zag nog vingers van de heer Wit en mevrouw Neefjes en mevrouw De Boer. Dus we gaan het in die volgorde doen. De heer Wit, kort, want we nog maar één minuut.
    De heer Wit (CDA): Dank, voorzitter. Als u begint over dat er heel veel kinderen, bijvoorbeeld heel veel mensen niet worden gezien, dan doet u ook hier het college denk ik te kort en dan doet u ook de sociale wijkteams te kort. Ik deel die mening niet, maar misschien heeft u informatiebronnen die daar achter zijn gekomen. Maar hoe komt u erbij dat er heel veel mensen niet gezien worden?
    De voorzitter: Mevrouw Yardimci.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): Voorzitter, ik weet niet of de heer Wit doet wat ik doe, maar ik spreek met inwoners en deze geluiden komen gewoon naar voren. Dus ik zeg, ik verwijt het college niet dat ze niet hun best doen, want ik geloof er wel in dat ze dat zeker doen, maar niks is perfect, geen enkel plan is altijd perfect. Dus er zullen mensen altijd achterblijven en vooral in deze crisis is het heel belangrijk om die mensen niet te vergeten, want er zijn zulke mensen.
    De voorzitter: Mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Mijn vraag was eigenlijk hetzelfde als mijnheer Wit, dus ik laat het hierbij.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Ik vroeg me nog even af, want ik zie wel wat in het plan van mevrouw Hotaman over die begroting te bespreken en ik ben eigenlijk ook wel heel erg aangenaam … Nou, wij kijken zeer positief aan tegen hoe we de vorige Voorjaarsnota hebben gedaan, met de opmaat en de knoppen waar we aan konden draaien, en dat gaf een heel mooi inzicht. Dus wat ons betreft zou dat een mooi voorbeeld zijn, maar ik hoor graag ook hoe mevrouw Hotaman - nee, niet meer, maar goed - ertegenaan kijkt.
    De voorzitter: Mevrouw Yardimci.
    Mevrouw Yardimci-Hotaman (DOEN): U mag mij Yardimci noemen, dat is het meest makkelijke. Maar ik zal het gewoon meenemen en bij het opstellen van de motie zal ik het ook naar jullie toesturen, zodat ik jullie feedback gewoon kan ontvangen en dan doen we het gezamenlijk. Dank u wel.
    De voorzitter: Goed. Dank u wel. Daarmee is de tijd om en gaan wij door naar de heer Pauw van ROSA en daarna komt mevrouw Raa van de Partij voor de Dieren, en daarna hebben we koffiepauze. Mijnheer Pauw.
    De heer Pauw (ROSA): Dank, voorzitter. Ondanks het feit dat dit een beleidsarme Voorjaarsnota is, zijn er uiteraard veel opmerkingen over te maken, maar is er ook vooral onzekerheid. Onzekerheid over de financiële middelen om de begroting sluitend te krijgen voor de komende jaren. Onzekerheid over de impact die de coronacrisis heeft op de samenleving, maar ook over de duur van de crisis. Dat maakt het niet eenvoudig om nu met uitgebreide voorstellen te komen, maar het dwingt ons wel om een aantal hoofdlijnen te schetsen die naar ons idee de basis vormen voor een solidaire samenleving tijdens en na de coronacrisis. Uiteraard dienen deze hoofdlijnen verder te worden uitgewerkt naar een verantwoorde begroting in november. Daarbij gaan we de uitdaging aan om én een sluitende begroting te presenteren, én maatregelen te nemen die af en toe pijn doen. Laten we hopen dat dit laatste zo min mogelijk nodig is, wanneer we voldoende gecompenseerd worden door het Rijk. We onderscheiden vijf hoofdlijnen. Eén: het voorkomen van armoedeverval onder de bevolking. Twee: maatregelen stikstofcrisis. Drie: duurzame investeringen en het nieuwe werken. Vier: versterking van de lokale economische structuur. En vijf: behoud culturele, maatschappelijke infrastructuur. Deze hoofdlijnen zijn niet los van elkaar te zien, er zijn vele dwarsverbanden. Voorkomen moet worden dat er een tweedeling in de Zaanse samenleving gaat ontstaan tussen degenen die nauwelijks geraakt worden door de coronacrisis en degenen die een aanzienlijke inkomensachteruitgang hebben ondergaan. Deze laatste categorie dient naar onze mogelijkheden zoveel mogelijk te worden geholpen en dat zal dan weer zijn effect hebben op het bestedingspatroon. Ze kunnen meer uitgeven en dat is goed voor het bedrijfsleven en zo houd je de economie op het juiste peil. Armoedeval is niet alleen gekoppeld aan financiële ondersteuning. Actief inzetten op het creëren van werk, het begeleiden naar werk en omscholing hebben voorrang en dragen op hun beurt weer bij aan het voorkomen van een sociaal isolement. Niet alleen is waakzaamheid geboden om te verhinderen dat er een financiële armoedeval ontstaat, ook dient goed in de gaten te worden gehouden dat er geen sociale isolatie ontstaat. Sociale verarming is direct gekoppeld aan de armoedeval. Ook de Zaanse cultuur, de reuring op de pleinen en in de parken, de evenementen die we deze zomer moeten missen, verdient het om in stand gehouden te worden. We laten de makers, die het leven in onze gemeente glans geven, niet in de kou staan. Maatregelen om de stikstofuitstoot terug te dringen zijn direct gekoppeld aan de vele bouwprojecten in de stad. Hoe meer stikstof in de lucht, hoe minder huizen. Uitstoot van stikstof betekent maatregelen op het gebied van autoverkeer en terugdringing van uitstoot broeikasgassen, zowel bij particulieren als bedrijven door middel van bijvoorbeeld isolatieprogramma’s en een toepassing van de best beschikbare technieken voor bedrijven. Met deze maatregelen scheppen we weer nieuwe banen, minder stikstof, meer huizen, meer werkgelegenheid. Maar ook dienen maatregelen genomen te worden om in samenspraak met eigenaren, beheerders en andere overheden de omringende Natura 2000-gebieden te ontlasten van de stikstofdepositie. De enorme soortenrijkdom die deze gebieden ooit bezaten, dient teruggebracht te worden. Maar dat komt niet goed wanneer de uitvoering van enkele projecten uit de uitvoeringsagenda Groen- en Waterplan Zaanstad op de lange termijn worden geschoven, om maar een voorbeeld te noemen. Ook vragen wij wederom aandacht voor het terugdringen van de CO2-uitstoot, klimaatadaptatie en daaraan gekoppeld meer stedelijke vergroening en het vergroten van de biodiversiteit. Als we één ding geleerd hebben van de coronacrisis, dan is het wel dat we erg afhankelijk zijn geworden van producten die uit andere delen van de wereld komen. Lokaal economische structuurversterking biedt kansen om dit tegen te gaan. Maar lokaal economische structuurversterking is meer. Het is het actief inzetten op promotie van lokale producten en het vinden van lokale aannemers voor het uitvoeren van projecten en diensten. Indirect gevolg is hier weer van het terugdringen van de werkloosheid. Tot slot het nieuwe werken, veel meer vanuit huis werken waar dit mogelijk is. Benut de digitale infrastructuur optimaal. Indirect gevolg is minder vervoersbewegingen, minder uitstoot kwalijke gassen, meer woningen, meer werk, minder armoedeval. Maak op korte termijn een duidelijke keuze voor stadsdistributiecentra, ook dat scheelt veel onnodige vervoersbeweging. Zo staat alles met elkaar in verband. De uitdaging die wij aan het college willen meegeven, is om uiteraard in samenwerking met de ambtelijke organisatie die dwarsverbanden goed in kaart te brengen en daar uitvoering aan te geven. De kunst is ook met de beperkte financiële middelen deze hoofdlijnen te blijven bewaken. Naast deze hoofdlijnen raden we het college aan eens te kijken naar het Investeringsfonds, welke projecten kunnen worden doorgeschoven naar latere jaren en meer risico’s te durven nemen en te zoeken naar nieuw verdienvermogen. Op het gebied van communicatie moeten wij goed aan de burger kunnen uitleggen wat de gemeentelijke gevolgen zijn van de coronacrisis. Tenslotte, als het gaat om, er wordt de raad gevraagd akkoord te geven op deze begroting en de Voorjaarsnota, daar kunnen we uiteraard mee instemmen. ROSA wenst het college veel wijsheid toe bij de totstandkoming van de begroting in november. En ik dacht, ik hou het op vijf minuten en dat is prima gelukt.
    De voorzitter: Ja, precies de laatste woorden in de bel. Mooi. Mevrouw Onclin en dan de heer Hartog.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee dingen. Eerst een vraag aan de heer Pauw. Ik hoorde de heer Pauw iets zeggen over de stikstofcrisis, maar ik vraag me af welke maatregelen ROSA dan wil nemen. Wilt u daarmee meer maatregelen nemen dan ons nu landelijk wordt gevraagd? Dat is mijn eerste vraag. Mijn tweede vraag is eigenlijk twee vragen in één. Want ik hoor u zeggen: we vinden investeren heel belangrijk. Nou, daar vindt u de VVD ook zeker aan uw zijde. Maar daarnaast hoor ik ook twee andere dingen, met name in de debatpunten die u heeft ingebracht. Enerzijds: durf infrastructurele projecten naar achter te schuiven. Dat vind ik dan weer niet helemaal matchen met het stuk waarin u zegt: we moeten lokale ondernemers steunen en we moeten de werkgelegenheid een boost geven. Want wij zijn van mening dat juist ook in de infrastructurele projecten een enorme kans voor werkgelegenheid zit. Het tweede sluit daar een beetje op aan. Ik zag ook bij de toelichting op het debatpunt van ROSA van het Investeringsfonds dat heel concreet de vraag wordt gesteld of wij de bijdrage aan het Investeringsfonds naar beneden kunnen bijstellen. Dat vind ik dan ook niet helemaal matchen met het verhaal dat het belangrijk is om te investeren. Dus ook daar de vraag aan de heer Pauw hoe ik die moet duiden.
    De voorzitter: De heer Pauw.
    De heer Pauw (ROSA): Het gaat bij mij wel, als het gaat om dat Investeringsfonds, in een bepaalde volgorde. Die volgorde heb ik denk ik ook proberen te schetsen in mijn verhaal. Daar begon ik mee met: wat vinden wij belangrijk? Dat was allereerst het voorkomen van de armoedeval onder de bevolking. Ik zie in het Investeringsfonds een aantal projecten staan en als ik die afweeg tegenover het voorkomen van de armoedeval en ik weet dat ik een X-aantal centen te besteden heb, dan is de keuze voor ons snel gemaakt en dan kiezen we voor het voorkomen van die armoedeval. Welke projecten dan uit het Investeringsfonds van ons zouden komen om dan later in de tijd op te schuiven - want ik heb niets gezegd over schrappen, maar later in de tijd - daar komen we gedurende het komende halfjaar nog wel met elkaar over in discussie. Als het gaat om het schrappen van infrastructurele projecten, dat heb ik niet voorgelezen. Dat klopt niet. Ik heb het wel gehad …
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Maar dat heb ik uit de debatpunten gespiekt. Daar staat hij namelijk wel, het afstellen en uitstellen van infrastructurele projecten.
    De voorzitter: De heer Pauw.
    De heer Pauw (ROSA): Als het gaat om … Dan moet ik het A-woord weer gebruiken en dat is heel gevaarlijk hier in die raadszaal. Dat doe ik liever niet.
    De heer …: Waarom niet, ik heb het ook gedaan.
    De voorzitter: Het is geen woord overigens.
    De heer Pauw (ROSA): Waarom doe ik dat ook niet? Omdat dat leidt tot een discussie die denk ik niet relevant is voor het komende halfjaar en hoe wij moeten inspelen op de crisis, omdat die weg - want daar heb ik het over met A - is er toch niet ingekomen in een half jaar voordat wij de begroting maken. Dus dat vind ik zonde van de discussie.
    De voorzitter: Dus dat debatpunt kunnen we schrappen?
    De heer Pauw (ROSA): Ik heb ook genoemd, het terugdringen van de stikstofcrisis, heb ik een aantal dingen genoemd. Dat is dus dat ik veel zie in het nieuwe werken dat er heel veel thuisgewerkt wordt, dus dat betekent sowieso minder uitstoot. En ik heb het gehad over isolatieprogramma’s voor woningen, en samen met bedrijven uitzoeken welke technieken verbeterd kunnen worden, zodat de uitstoot van gassen, vanuit de grote bedrijven met name, dat die teruggeschaald wordt. Daar zijn we volgens mij al druk mee bezig.
    De voorzitter: Nog een korte reactie van mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Want voorzitter, we kunnen er natuurlijk heel grappig over doen, maar het gaat niet alleen over de A8-A9, het gaat ook over andere infrastructurele projecten. Mijn vraag ging vooral over: is de heer Pauw het met mij eens dat juist ook die in sector heel veel werkgelegenheid zit, ook gekoppeld aan lokaal ondernemerschap? Want ik denk dat een van de grootste bedrijven, als het gaat over het aanbieden van spullen voor de openbare ruimte, hier in Zaanstad gevestigd is.
    De voorzitter: De heer Pauw.
    De heer Pauw (ROSA): Nou, heel kort. Ik bedoel, ik heb het niet gehad over het schrappen van infrastructurele projecten verder, behalve dan die ene waar we het niet over gaan hebben.
    De voorzitter: De heer Hartog heeft het woord.
    De heer Pauw (ROSA): En voor de rest, wij pleiten er wel sterk voor om zoveel mogelijk 30-kilometer gebieden te creëren. Ook dat scheelt weer in de uitstoot van een heleboel broeikasgassen.
    De voorzitter: De heer Hartog.
    De heer Hartog (SP): Dank u, voorzitter. De heer Pauw had het over dat wij pijnlijke keuzes moeten maken en dat wij misschien dan liever wat geld besteden aan armoedebestrijding dan aan een aantal projecten. In dat kader wil ik hem vragen of hij bereid is de keuze voor de verhuizing van Hockeyclub De Kraaien uit 2015 te heroverwegen. Dat kost zes miljoen. We hebben vierenhalf miljoen gereserveerd. Zo kunt u tegelijkertijd ook beter aan uw milieudoelstellingen voldoen, want het is ook een aanslag op het milieu.
    De voorzitter: Korte reactie, mijnheer Pauw.
    De heer Pauw (ROSA): Daar ga ik nu nog geen uitspraken over doen, want daar ga ik over in gesprek met de andere partijen, de coalitiepartij.
    De voorzitter: Daarmee is de debattijd om voor dit …
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Maar voorzitter, we hebben net twee punten eigenlijk ingelopen op die vijf minuten. Kunnen we die nu niet gebruiken?
    De voorzitter: Het is niet de procedure. We hebben per punt, per debatinbreng vijf minuten. Dus wat u wel kunt doen, is bij een volgende bijdrage daar nog op terugkomen, zou mijn voorstel zijn. We zijn nu bij mevrouw Raa voor de Partij voor de Dieren. En na de pauze, om vijf uur, is de heer Van der Laan van de POV aan de beurt. Mevrouw Raa.
    Mevrouw Raa (Partij voor de Dieren): Dank u wel, voorzitter. Hoewel de verleiding groot was om over schapen te beginnen, wil de Partij voor de Dieren het dit jaar hebben over een olifant. Alweer is er een jaar verstreken en we zien dat de achterstand van de afgelopen jaren niet is ingehaald. Dan hebben we het niet alleen over de broeikasgasuitstoot, maar ook over dierenwelzijn, circulariteit en een inclusieve samenleving. De overheid is een zware tanker die niet of nauwelijks te keren is. Kleine verbeterstappen worden er wel gemaakt, maar de nodige structurele veranderingen blijven uit. Het systeem van oneindige economische groei op een aarde die niet groeit is kapot. De manier waarop wij met onze aarde en al haar bewoners omgaan is niet langer houdbaar. Op het gebied van dierenwelzijn is slechts marginale vooruitgang geboekt. Voor je plezier hengelen is door de coronacrisis alleen maar populairder geworden. Wat het met de vis doet, ach ja, dat maakt niet uit. Het lolletje van de een is belangrijker dan het leed dat het veroorzaakt bij de ander. Waar kennen we dit nog meer van? We zouden moeten opkomen voor alle minderheidsgroepen, mens en dier, die door anderen worden uitgelachen, onderdrukt, geweld worden aangedaan of vermoord. Een Uitvoeringsnota waar alleen de basis op orde wordt gebracht is wat ons betreft teleurstellend. We roepen het college dan ook op visie op emancipatie radicaal te herzien en werk te maken van een werkelijk inclusieve samenleving. Al jaren is het moeilijk om enig inzicht te krijgen in de broeikasgasuitstoot van Zaanstad. Door onhoudbare economische groei zullen de cijfers over 2018 en 2019 niet goed zijn. Maar voorzitter, de uitstoot binnen de gemeentegrenzen is niet het enige dat telt. Zaankanters produceren over de gemeentegrenzen heen ook veel milieuvervuiling. Denk alleen al aan de productie van vlees en zuivel, die ook elders tot methaan- en ammoniakuitstoot leidt. Of de visvangst die wereldwijd voor bijna de helft van de plasticsoep zorgt, en dus niet de plastic rietjes. Voorzitter, laten we niet vergeten hoe deze coronacrisis tot stand is gekomen. Het grootschalige gebruik van dieren is de reden dat we steeds meer overdracht van gevaarlijke ziekten van dier op mens zien. Of corona nu van een schubdier of van een vleermuis kwam, van een wet market of uit een lab, mensen gebruiken dieren voor hun eigen plezier. Ook de lijst van ziekten uit onze eigen veehouderijen is met onder andere de varkenspest, BSE, Q-koorts en de vogelgriep imposant. Het uitsluitend wijzen naar China vanwege andere eetgewoonten dan de onze is daarom onterecht. Voor de Nederlandse veehouderij wordt een groot deel van het veevoer geïmporteerd uit landen als Brazilië. Dit is niet iets wat wij verzinnen. Google maar eens, de onderzoeken van Wageningen en het CBS. In feite eten we het regenwoud op. En wat heeft ontbossing nou te maken met gevaarlijke dierziekten? Er zijn naar schatting nog miljoenen gevaarlijke virussen en bacteriën die gedragen worden door dieren in afgelegen natuurgebieden. Als wij hun leefgebied slopen voor ons stukje vlees, dan is het wachten op de volgende pandemie. Gisteren stond er een artikel in The Guardian. De VN, de Wereldgezondheidsorganisatie en het WNF zeggen: een pandemie als corona is het gevolg van onze destructieve omgang met de natuur. En de beste oplossing is stoppen met het eten van vlees en zuivel. Daarom kunnen we niet terug naar het oude normaal. Regie nemen in de eiwittransitie en het stimuleren van lokale productie en consumptie zijn slechts enkele voorbeelden van hoe we hier als gemeente beleid op kunnen maken. Het coalitieakkoord rept hiervan, maar helaas gebeurt er nog steeds helemaal niks mee. Daarom zullen we voor de Voorjaarsnota met een aantal moties en amendementen komen en we nodigen de betrokken portefeuillehouders binnenkort uit om al deze verbanden met elkaar te bespreken. Dieren eten is de olifant in de kamer. Dank u wel.
    De voorzitter: Reactie van mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Voorzitter, dank u wel. Ik hoorde mevrouw Raa in het begin van haar betoog praten over de vis- en hengelsport. Ik vind dat altijd een beetje lastig, want ik begrijp de mening van de Partij voor de Dieren over visserij, maar het is wel een sport en een vereniging die in Zaanstad zevenduizend leden kent. Om al deze Zaanse inwoners nou weg te zetten alsof het dierenleed ze niet uitmaakt, vind ik niet oké. Ik weet niet of mevrouw Raa er weleens is geweest, maar de mensen van ZVH besteden enorm veel tijd en vooral hun vrije tijd in het geven van voorlichting op scholen hoe je dit kunt doen op een manier die heel erg past, waardoor kinderen ook meer tijd investeren in de natuur. Dus ik vind het jammer dat mevrouw Raa hier zo’n kortzichtige visie neerzet.
    De voorzitter: Mevrouw Raa.
    Mevrouw Raa (Partij voor de Dieren): Nou ja, wat ik al zeg, het geeft heel veel dierenleed, vissen. Ga maar eens met de wildopvang praten, kijk eens naar hoeveel watervogels gewond zijn door al dat vistuig. Ook het leed van de vissen, daar wordt natuurlijk altijd heel makkelijk voorbijgegaan, maar het moet echt niet meer kunnen. Het is leuk hoor, als mensen plezier beleven aan hun hobby, maar dat kun je ook een andere manier doen. Ga gewoon lekker buiten zitten, ga de vissen voeren. Over die ZVH, dat die zoveel leden heeft. Het is eigenlijk verplicht, iedereen die ooit een hengeltje wil uitgooien, moet dus een VISpas hebben en dan ben je automatisch lid voor het leven. Dus zo kom je ook aan zoveel leden. Maar ik vind het echt heel erg ernstig dierenleed.
    De voorzitter: Het punt is volgens mij duidelijk. Ik zag nog vingers van mevrouw De Boer, mevrouw Neefjes en de heer De Vries. Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Over hengelsport, het is fijn om te constateren dat mevrouw Onclin zo goed naar het betoog van mijn collega Van Otterloo heeft geluisterd, die daar al regelmatig over de Zaanse hengelsport heeft gepraat en ook deze discussie met mevrouw Raa al meerdere keren is aangegaan. Ik wil alleen nog even richting mevrouw Raa zeggen, ga ook eens kijken bij de hengelsport, want dan ziet u dat dit wel degelijk echt heel veel leden heeft en niet alleen op papier. Maar als we het betoog van de Partij voor de Dieren luisteren, dan komt er dus een motie aan in de trant van: draagt het college op alle inwoners van Zaanstad te verbieden om vlees te eten. Ik geloof dat dat een beetje de strekking was van uw verhaal, want ik zie weinig aanknopingspunten wat wij daar nou concreet allemaal in Zaanstad mee kunnen. Voorzitter, ik gebruik dan toch maar even deze tijd om ook toch te reageren op de heer Pauw. Want ik ben het helemaal eens met ROSA, dat het belangrijk is, support your locals. Belangrijker dan ooit. Maar Liberaal Zaanstad heeft bij de begroting al een motie ingediend over streekproducten, waarin wij ook hebben gezegd hoe belangrijk is dat je weet waar je producten vandaan komen. Minder kilometers voor het transport. Identiteitsgevoel, dat dat zo belangrijk is. En toch heeft u, ROSA, tegen die motie gestemd. Gelukkig bent u tot inzicht gekomen dat het wel degelijk heel belangrijk is, dus dat is fijn. Als laatste punt, en dat verbindt misschien wel een beetje de Partij voor de Dieren met ROSA. Jullie beide zeggen: minder verkeer, meer digitaal werken, daardoor is die A8-A9 niet nodig. Ik heb gister of eergisteravond tegen de heer Van Haasen ook al gezegd: in Zaanstad Noord is ondanks dat er minder kilometers of minder verkeersbewegingen zijn, is dat in Zaanstad Noord absoluut niet het geval. Het is drukker dan ooit en dat bewijst nog maar eens weer extra dat er een oplossing moet komen voor de verkeersknelpunten en de leefbaarheid in Zaanstad Noord en de A8-A9 is dus uiterst belangrijk.
    De voorzitter: Reactie, mevrouw Raa.
    Mevrouw Raa (Partij voor de Dieren): Misschien heeft mevrouw De Boer, is dat een beetje vergeten, maar Partij voor de Dieren heeft meerdere malen voorstellen gedaan over hoe we dus die eiwittransitie vorm kunnen geven hier. Dan hebben we ook gezegd: laten we in ieder geval als gemeente, daar hebben we het altijd over, eens zelf het goede voorbeeld geven. Daar bespaar je natuurlijk mee, maar er zijn zoveel andere zaken. Ik heb ook een handreiking gedaan om met het college een aantal portefeuillehouders, om daar met elkaar over in gesprek te gaan. Ik hoop van harte dat die handschoen wordt opgepakt, want we moeten daar echt mee aan de slag. Het is nu een beetje dweilen met de kraan open, het is oorzaak van deze crisis. Als we niet oppassen, dan krijgen we weer de volgende crisis en met alle gevolgen van dien.
    De voorzitter: Goed. Mevrouw Onclin nog een korte reactie op de bijdrage van mevrouw De Boer, denk ik.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Voorzitter, ik ben bekend met de scoringsdrang van Liberaal Zaanstad, maar het was nog niet zo heel lang geleden dat mevrouw Van Otterloo en mevrouw De Boer gewoon aan deze kant van de zaal zaten en in die periode zijn mevrouw Van Otterloo en ik samen naar ZVH geweest.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Daar wil dan toch wel even graag op reageren, en misschien ook even naar een eerdere reactie van mevrouw Onclin, die zegt dat wij weggelopen zijn en discussies bij de VVD uit de weg zijn gegaan. Volgens mij is het juist omdat we de discussies aan zijn gegaan, dat uiteindelijk Liberaal Zaanstad aan deze kant van de zaal zit.
    De voorzitter: Goed, maar ik denk dat dit niet echt de Voorjaarsnota regardeert. Dus daarom zou ik zeggen: ga een keer apart zitten en een kop koffie drinken om dat verder uit te vechten.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Nou voorzitter, volgens mij zijn we hier gewoon een debat aan het voeren en vraagt mevrouw Onclin mij wat en ik reageer daarop.
    De voorzitter: Nou nee, we moeten denk ik wel, en dat geldt voor beiden. Ik denk, we moeten het vooral echt hebben over de Voorjaarsnota.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Nou, volgens mij doen we dat ook en volgens mij hoort dit bij het debat.
    De voorzitter: Oké. Dus nou geef ik mevrouw Neefjes als laatste het woord, want die had ook een bijdrage. Mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Ik heb mevrouw Raa vaker gehoord ook over gezondheid, dat dat belangrijk is, dat genieten van de natuur belangrijk is. Ik zou haar willen vragen of zij met die hengelsportvereniging een keer in gesprek wil gaan om ook die aspecten mee te wegen. Wij zien namelijk liever kinderen en jeugd met een hengeltje langs het water zitten dan achter hun spelcomputer. Het andere wat ik ook wil vragen: u kondigt een aantal moties aan en misschien kunt u die zo schrijven dat het ook echt iets is waar we in de Zaanstreek mee aan de slag kunnen. Want ik vind uw betoog wel erg wijdreikend. Dus misschien als het specifiek op Zaanstad en wat wij hieraan kunnen bijdragen of doen, dat zou misschien helpen in dat wij u daarin kunnen steunen.
    De voorzitter: Mevrouw Raa, tenslotte.
    Mevrouw Raa (Partij voor de Dieren): Wat dit laatste betreft, dat gaan we zeker doen. Dus we gaan het op Zaanstad betrekken. Maar je moet ook kijken naar ons gedrag en wat voor consequenties dat heeft, wat wij hier met z’n allen doen wereldwijd. Je kan niet vrijblijvend op deze manier blijven doorgaan met business as usual. Het moet echt heel anders. En wat die hengelsportvereniging betreft, wat zal ik zeggen, ik vind het gewoon verschrikkelijk dierenleed. Ik was drie toen ik al hengelaars daarover zei: o, doet zeer hoor, haak in je lip. En ik schopte samen een vriendinnetje de emmers met de vissen om, om de vissen te bevrijden. Dus dat ligt heel diep.
    De voorzitter: Maar u kunt uw reactie … Het antwoord op de vraag van mevrouw Neefjes is volgens mij duidelijk. Nog heel kort een laatste opmerking van de heer De Vries en dan gaan we echt pauzeren.
    De heer De Vries (D66): Die laatste opmerking kan ik heel kort maken, want iedereen die namelijk met ZVH gaat praten, gaat het over woningbouw hebben, want als je over vissen wil praten moet je naar de HVZ.
    De voorzitter: HVZ. Mooi. Dan wil ik graag melden dat wij een kwartiertje pauze hebben, dus om vijf over vijf zijn we hier terug. Dan heeft de heer Van der Laan van de POV als eerste het woord. En ik wil u melden dat om zeven uur wij - althans als we tijd tussen zeven en half acht hebben - insprekers hebben. Die insprekers hebben zich vandaag niet gemeld, dus graag wil ik nog even aan u voorleggen of het dan toch verstandig is om zeven uur al de vergadering te beginnen, of wilt u dan gewoon toch om half acht beginnen? Dat kunnen we straks even inventariseren na de pauze, want dan kunt u er even over nadenken. De pauze duurt tot vijf over vijf. De koffie staat beneden.
    Schorsing
    De voorzitter: Probeert u weer de afstand in acht te nemen en de aanwijzing van het personeel te volgen. Volgens mij zijn we weer aardig compleet, met de mensen die zich hiervoor hadden aangemeld. De vraag is even, we hebben de inventarisatie of we straks om zeven uur beginnen of half acht? Ik hoor het meest half acht. Dan wordt het half acht. De meerderheid is voor half acht. Maar gelukkig zijn we het hier ook niet eens over, zoals gebruikelijk. Dan gaan we door naar de eerste bijdrage vanuit de POV, de heer Van der Laan, maar daarna komt mevrouw Neefjes van de ChristenUnie. De heer Van der Laan heeft het woord.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, ik had me dit jaar voorgenomen iets positiefs te zeggen over de Voorjaarsnota. Met een aangekondigde beleidsarme nota zou dit volgens mij een makkie moeten worden, maar voorzitter, ik heb het geprobeerd en het is me niet gelukt. Deze Voorjaarsnota geeft een meerjarentekort van bijna 13 miljoen aan. Gefeliciteerd, binnen twee jaar heeft u dat bereikt. Er is een bijgestelde begroting 2020 die op nul eindigt, puur omdat de effecten van corona op slechts 436.000 euro worden opgenomen. Dat heet niet beleidsarm, dat heet visieloos. De kosten van de coronacrisis zouden op kunnen lopen tot miljoenen. Daar niet op voorsorteren is bestuurloos. Alleen al de gemeente Amsterdam heeft een verwacht tekort van 260 miljoen en de bodem van de algemene reserve is daar in zicht. Hier heeft de wethouder Financiën geen idee. Ik heb er in de aanloop naar de Voorjaarsnota nu drie keer om gevraagd wat de stand van zaken is. Het college schrijft de afgelopen jaren dat korting op korting is gestapeld, onder andere door de decentralisatie in het sociaal domein en de lagere lasten die ontstaan door schaalvoordelen. Gemakkelijkheidshalve vergeten we hierbij ook te melden dat dit college, maar ook de vorige, de afgelopen jaren uitgave op uitgave hebben gestapeld, onder andere aan onzinsubsidies en andere investeringen. Jarenlang hebben colleges gedacht dat Zaanstad Duckstad is. Wethouder Krieger is niet oom Dagobert die op een berg geld zit en van gekkigheid niet weet wat hij met al dat geld moet. Hier in Zaanstad zit Dagobert Krieger niet op een berg geld, maar op een berg schuldbrieven. Een berg die met dit beleid alleen maar groter wordt, en dit roepen wij al jaren. Nu gaat het waarschijnlijk binnenkort gebeuren dat de commissaris van de Koning in de auto stapt met een hangslot. Datzelfde hangslot wat net van de verzorgingshuizen af is gekomen. Niet de stad is belangrijk, maar het collegeprogramma, het maakt niet uit wat het kost. Ook wethouder Slegers gelooft in Duckstad. Het is deze wethouder die zonder enige vorm van overleg met de gemeenteraad in deze Voorjaarsnota 770.000 euro voor de vernieuwing van de Zaanbrug toevoegt. De totale kosten voor de gemeente komen hierdoor op 7.598.000 euro, alleen al voor Zaanstad. Een simpele rekensom leert dat de brug op dit moment al de 30 miljoen is gepasseerd. De wethouder moet terugkomen naar de gemeenteraad als de brug extra geld gaat kosten. Het verhogen van het investeringsbedrag moet een apart raadsbesluit zijn. Ondanks alle afspraken doet de wethouder dit niet en verstopt het bedrag in de Voorjaarsnota, om het er stilletjes doorheen te loodsen. Afspraken maken betekent afspraken nakomen. Als dat niet gebeurt, dan keuren we dat bij de POV af. Wij houden van afspraken. En dan ook nog alle informatie onder geheimhouding verstrekken, zodat wij er in het openbaar niet over kunnen spreken, is helemaal van de ratten besnuffeld. Dat gebeurt hier vaker en dat moet afgelopen zijn. Eveneens heb ik een rits technische vragen gesteld over het bedrag in de Voorjaarsnota en over de hoogte van de bestemde RIW-gelden, dat heb ik gedaan op 25 en 30 mei. Tot op vandaag zijn de vragen niet beantwoord. Ik dien dan ook dadelijk een motie van afkeuring in tegen wethouder Slegers gedurende deze vergadering, en het verzoek om deze te agenderen op 2 juli 2020 in de gemeenteraad. Dan heel kort de Hemkade. Ik heb me afgelopen dinsdag kapot geërgerd over hoe het hier in de zaal toeging, tenenkrommend. Ik kan ook iedereen aanraden om die vergadering terug te kijken, want die is terug te kijken. Problemen worden hier niet opgelost, problemen worden hier gecreëerd en door juridische geschillen in stand gehouden. Mevrouw Groen, Van der Zee, Van der Stelt, familie Heinen, noem er zo maar een paar. Ik kan er nog trouwens veel meer noemen, want het zijn geen incidenten. Kijk maar naar de Zaanse Schans, de Peperstraat, de Harpstraat, Mercuriusstraat, de Mauritsstraat, en zo kan ik heel lang doorgaan. Het is structureel mis. Het zou goed zijn om een extern bureau uit te laten zoeken hoe dit nou telkens kan. Van De Toermalijn is dan ook niets, maar helemaal niets geleerd. Dan afsluitend, voorzitter, het verzoek aan deze gemeenteraad om toch dat digitale vergaderen met onmiddellijke ingang te beëindigen. Ik heb daarbij een vraag ook aan u allen. Kijkt u weleens een uitzending terug? Ik heb dat geprobeerd met de uitzending van afgelopen dinsdag in zaal 4 en 5. Ik wilde daar kijken naar de uitleg van de wethouder over de aanpassingen voor corona. De bedoeling van een digitale vergadering is dat vergaderen openbaar is, ofwel goed te volgen. Het is niet te doen. De meeste bijdrages waren niet te volgen en hierdoor wordt de afstand tussen ons en de bewoners van de stad steeds groter. En voorzitter, er kwam een brief binnen van vier mediaorganisaties. Zij stellen daarin het volgende: “Het belangrijkste vinden wij dat digitaal vergaderen de openbaarheid beperkt. Er mag geen publiek en geen pers aanwezig zijn, steunfractieleden en collegeleden moeten ook digitaal meekijken. In Zaanstad is duidelijk dat de debatten moeizaam verlopen, uitlopen, interrupties lastig zijn, raadsleden niet gehoord worden en dat de techniek hapert. Wij pleiten met klem openbaarheid en daarmee de politieke besluitvorming zo groot mogelijk te maken en voortaan fysiek te vergaderen. Als de coronaregels het toelaten, willen wij ook graag weer aanwezig zijn. Als het bij een bepaalde bijeenkomst niet lukt, blijven we weg, maar we willen dat publiek aanwezig is indien mogelijk, en dat het debat fysiek verloopt. Het Zaanstad Beraad is minstens zo belangrijk als een raadsvergadering.” Daar zijn we het mee eens, voorzitter, daar wordt inhoudelijk op de zaken ingegaan en mensen kunnen inspreken, en ook insprekers komen bij fysiek vergaderen beter tot hun recht.
    De voorzitter: Uw tijd is om.
    De heer Van der Laan (POV): Ik heb nog één zin, voorzitter. De Partij voor Ouderen en Veiligheid heeft daarom dan ook unaniem besloten in de fractie geen onderdeel meer te zijn aan deze digitale vergaderingen. Wij zullen, indien nodig, alle punten die we willen bespreken over onderwerpen die digitaal vergaderd worden via een motie te agenderen op de agenda van de raadsvergadering voor 2 juli 2020.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil er reageren? De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Dank u, voorzitter. Kijk, u begon heel hoopvol: ik heb me voorgenomen om. Maar toen dacht ik van al: er komt vast een maar. En die kwam er ook, maar die richt u dan op een aantal bedragen die in totaal gaan over vier jaar, over meer dan twee miljard omzet die de gemeente draait, en u gaat over lopend beleid klagen. Er wordt alvast … Want als je als bestuur, blijft de winkel open. Het bestuur moet voortgaan met beslissingen voorbereiden en daardoor wordt er ook geld gereserveerd. U gaat daarover klagen en dat vind ik jammer, want u doet dat eigenlijk toch wel een beetje als de beste stuurman aan wal. En u doet dat ook een beetje met klagen en een beetje veel, en bangmakerij, met moties van afkeuren of dreigen met Artikel 12. Ik denk, als u op die manier in een bestuur zou gaan zitten, dan zou er denk ik dat risico wel worden gelopen. Besturen is heel moeilijk en zeker in een crisis als deze. Wat u nu doet, is eigenlijk uw gereedschap bot maken, waardoor u steeds harder moet gaat zagen. Ik denk dat dat weinig effect heeft. Daar wil ik graag uw reactie op.
    De voorzitter: De heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, die reactie had ik wel verwacht van mijnheer Wit, dat is wat hij elke keer doet. Besturen is niet ingewikkeld, het is ingewikkeld om goede bestuurders te vinden. Dat betekent dat je er mensen neerzet met een visie. Als wij dit lezen, zien wij geen visie. Als je nu wil praten over geld voor de komende periode en je kan nu nog niet inzichtelijk maken hoeveel geld ons dat gaat kosten wat corona nu gaat kosten, dan heeft dat effect op de meerjarenbegroting. Dat is niet volgende week ingelopen. Dus u kunt wel zeggen dat ik klaag. Ik klaag niet, ik heb drie keer gevraagd: hoe is de stand van zaken nu? Want dat betekent dat ik samen met u zou kunnen denken hoe we dat gat zouden moeten gaan dichten. Want dat we een gat moeten dichten, dat is denk ik wel duidelijk. Maar dat moeten we niet doen door belastingen te verhogen met zoveel procent. We moeten kijken: wat kunnen we doen? De heilige huisjes, een video waar de wethouder op te zien was, samen met de burgemeester, heilige huisjes bestaan niet meer. De heilige huisjes bestaan hier nog wel en dat is juist het probleem. Als u die heilige huisjes gaat loslaten, vindt u mij aan uw zijde hoor, gaan we het vinden. Het is geen kwestie dat we bang zijn, of dat we alleen maar willen klagen. Het is gewoon puur een constatering.
    De voorzitter: De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Dank, voorzitter. Er werd net al eerder genoemd dat de heilige huisjes niet meer bestaan, maar we hebben in Zaanstad zeker tientallen heilige huisjes staan. Dus laten we daar ook respectvol over praten. U gaat het nu wat nuanceren, maar u heeft toch een flinke klaagzang gehouden. Ik vind het jammer om op deze manier, waar het college zegt: wij hebben nog geen grip op de kosten die we hebben gemaakt, wij weten ook nog helemaal niet waar de regering, het kabinet mee komt om ons te compenseren, dus wij hebben daar een beleidsarme Voorjaarsnota. U noemde het zelf. Daarom hebben we ook gezegd: we gaan richting einde van het jaar naar de begrotingscyclus met meer inzicht nieuwe maatregelen nemen. Maar laten we elkaar nou niet afblaffen om …
    De voorzitter: De heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, ik weet niet of mijnheer Wit ook gekeken heeft ondertussen naar de Voorjaarsbrief van de provincie ook. Daar staan een aantal maatregelen in. Wie nog niet hebben door kunnen rekenen, er staat het een en ander in over het inlopen van de achterstand op de openbare ruimte. Volgens mij is die achterstand op dit moment 35 miljoen. Als we al die bedragen bij elkaar optellen, dan wordt het een astronomisch bedrag. We hebben al zo’n grote schuldenlast en we betalen al zoveel rente. Dus het is aannemelijk dat wij, dat doen we al tien jaar, wij roepen al tien jaar: ga beter met je huishoudboekje om. Wij zeggen niet dat het de schuld is nu van het college dat we een achterstand krijgen door het coronavirus. Maar het enige wat wij wel vinden, is dat je daar ook verantwoordelijk mee om moet gaan. Als dat gebeurt, nou, dan vindt u ons aan uw zijde.
    De voorzitter: Ik zag nog vingers van mevrouw Mathkor, de heer Tuijn en mevrouw Onclin en we hebben nog één minuut. Mevrouw Mathkor.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Dank u. Even over de Hemkade, want in elk geval was dat geen digitaal debat, maar een fysiek debat. U zegt: het college lost een heleboel dingen niet op. U bent het misschien niet eens met de richting die het college kiest, maar u kan niet zeggen dat het college daar niks aan doet.
    De voorzitter: De heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, dat kan ik wel en dat doe ik ook, want het is ook zo. Het probleem wordt niet opgelost, het probleem wordt vooruitgeschoven door te zeggen dat er nu een visie gemaakt moet worden. Ik heb een aantal keer gevraagd: wat gaat dat helpen? Want hetzelfde wat er nu speelt, datzelfde probleem, hetzelfde huis is er dan ook nog. Het enige wat u doet, is proberen de problemen voor u uit te schuiven. En dan komen er ook nog een aantal voorstellen die financieel niet eens onderbouwd zijn en niet haalbaar zijn. Dan bent u niet aan het regeren, dan bent u het aan het vooruitschuiven. Dat is wat er hier gebeurt.
    De voorzitter: Mevrouw Mathkor.
    Mevrouw Mathkor-van Bennekom (GroenLinks): Het college probeert met een structurele en definitieve oplossing te komen.
    De voorzitter: De heer Tuijn. U mag straks spreken, eerst nog even de heer Tuijn.
    De heer Tuijn (PvdA): U kunt gewoon op mij reageren, want ik ga het een beetje aanvullen.
    De voorzitter: Wel kort graag, want de tijd is voorbij.
    De heer Tuijn (PvdA): Ik hoor u veel boosheid uiten en hard praten. U zegt dan vaak: er wordt niet naar me geluisterd. Dat bij de Hemkade is ook zo’n dossier, want u bent het er niet mee eens welke richting nu gekozen wordt, maar er wordt wel heel anders gewerkt dan met de dossiers die u daarvoor allemaal opnoemde. Dus dat deze raad precies hetzelfde doet, dat is niet waar. Ook over het type van vergaderen, u kunt het er niet mee eens zijn, maar we hebben daar nu een aantal keer over gesproken. U krijgt geen gelijk. Dan kunt u weer zeggen: ik ben boos. Dat kan, maar zo werkt het helaas niet in een democratie. Dan aanhakend op uw punt van net dat u niet bij het Zaanstad Beraad gaat komen. Ik vind dat jammer vanuit democratisch oogpunt, want uw input is over het algemeen wel een andere dan van anderen, dus ik denk dat we daar met de hele stad iets aan kunnen hebben. Ik wil u erop wijzen, als u dat via de raad gaat doen en u gaat hele lange moties schrijven, want u moet het ons natuurlijk uitleggen en u heeft bijna geen spreektijd, ik vind dat echt zonde van politiek voeren in Zaanstad.
    De voorzitter: De heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, wij zijn vrij in de keuze hoe we dingen willen doen en hoe we politiek willen bedrijven. En zonder onze, wat u zegt, altijd best wel bijzondere bijdragen, daar zou u het dan inderdaad zonder moeten doen. Dat u zegt dat het dossier Hemkade anders is, nou, dat is het niet. Want als we kijken naar het dossier Van der Zee die al 23 jaar op een stuk grond zit te wachten, is nog steeds niet opgelost. Een andere broer, mijnheer Van der Zee, moet nog steeds terug bestemd worden op een stuk waar wij hem hebben weg bestemd. Nou, zo kan ik er nog een aantal noemen, en het is niet anders dan een dossier Hemkade. Dat is wat u niet in wil zien. Het probleem is, we blijven juridificeren. Ik wil wel zeggen, u heeft volgens mij een inlegvel getekend met Democratisch Zaanstad waarin staat dat we minder gaan juridificeren. Dat gebeurt niet, dus ik vraag me dan af wat die waarde van dat inlegvel is geworden. Want daar was ik echt blij mee, dat dat afgesproken werd in deze gemeenteraad, dat we daar prioriteit aan zouden geven.
    De voorzitter: De heer Tuijn.
    De heer Tuijn (PvdA): Precies, dat punt is ook door de partijen gewogen en ook daar denkt de ene partij anders over dan de andere. Wij denken dat deze weg tot minder juridificeren leidt. Misschien niet van één partij, maar wel in zijn algeheel.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer, tenslotte, en mevrouw Onclin nog.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Ik heb zeker dat debat teruggekeken, mijnheer Van der Laan, over de Hemkade en het was best wel beschamend. Het is eigenlijk ook wel wat er hier in de raad gebeurt, want de heer Van der Laan houdt een inhoudelijk betoog over de gemeentefinanciën, over alle juridische problemen die we hier ondervinden, en de partijen, de heer Wit, maar ook mijnheer Tuijn, die reageren weer over het proces. Ik hoorde ‘uw toon’ en het gaat weer over boosheid. Kunnen we nou alsjeblieft een keer op de inhoud met elkaar het debat voeren, want dan komen we misschien een keer een stap verder.
    De voorzitter: Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Ik heb geen antwoord. Ik heb wel een aantal inhoudelijke punten voor de heer Van der Laan. Om te beginnen vind ik het niet helemaal fair naar de mensen die wel meekijken. Ik heb nog even gekeken, hij ligt hier voor me, maar de Voorjaarsnota is van 19 april. Zoals uw bijdrage klinkt, is het net alsof we hem vandaag hebben gekregen. En ja, dan kan ik me voorstellen dat er meer bekend zou moeten zijn. Volgens mij komen die gegevens er ook bijna aan, maar om nou te zeggen dat het in deze Voorjaarsnota al had moeten zitten, had ik eigenlijk wel heel opportuun gevonden. Daarnaast heeft u het over de brief van de provincie. Daar vindt u mij wel aan uw zijde, want dat was voor mij ook een zorg. Maar dan wil ik u erop wijzen dat vandaag een aantal technische vragen van de VVD daarover zijn beantwoord en ik denk dat uw zorg daarmee wordt weggenomen. Als laatste sluit ik mij aan bij de heer Tuijn. Ik vind de bijdrages van de POV een waardevolle toevoeging aan dit debat. Ik denk dat we het ook vaker met elkaar eens zijn dan u nu probeert neer te zetten, dus ik zou uw fractie toch graag willen verzoeken om te heroverwegen om mee te doen. Wij zouden dat in ieder geval heel prettig vinden.
    De voorzitter: De heer Van der Laan, korte reactie.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, dank voor de waardering van onze bijdrage, daar word ik vrolijk van. Inderdaad zou het wat meer over de inhoud moeten gaan. Dat ik wat harder praat of misschien wat beter te verstaan ben, dat staat helemaal los van wat ik hier vertel. De brief van de provincie, mevrouw Onclin, dat u daar antwoorden op hebt gekregen, die brief is er volgens mij ook al wat langer en u krijgt die pas vandaag. En dat de Voorjaarsnota van april is, dat is ook logisch. Alleen we moeten reageren, dat is wat we kunnen doen. Grote bedrijven kunnen reageren op wat er gebeurt. Ik ben het helemaal eens met mevrouw - ik moet even wennen, ik zeg nog even Hotaman - die komt met het voorstel om dan in maart, april te gaan kijken wat de stand van zaken is en of we op dat moment een beetje kunnen bijsturen. Dat is de enige manier waarop we waarschijnlijk die crisis, want dat geeft toch aan ons een opdracht om ook anders te gaan besturen, om anders opdrachten te geven aan het college. Ik bedoel, daar zijn wij voor. Als je dan snel kan reageren, dan kan je ook grote schade voorkomen. We kunnen natuurlijk ook wachten op de volgende Voorjaarsnota, maar dan zijn we denk ik te laat. Als we snel reageren, dan kan je deze stad voorkomen dat we nog verder in de schulden gaan. Dat we die krijgen, daar ga je mij niet meer over horen. Maar we moeten wel zorgen dat we niet over die achthonderd miljoen heen komen, want dat is echt ernstig.
    De voorzitter: Dank. De vijf minuten zijn ruimschoots voorbij. Ik geef graag het woord aan mevrouw Neefjes van de ChristenUnie en daarna de heer Wit van het CDA.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Voorzitter, het is al eerder gezegd, niemand had kunnen bedenken dat de wereld in enkele maanden zo kon veranderen. Corona heeft veel schade en verdriet veroorzaakt. Wanneer we hier namens de ChristenUnie onze visie geven op de Voorjaarsnota en het daarbij misschien lijkt alsof de wereld gewoon doordraait, dan doen wij dat in het besef dat deze niet meer hetzelfde is. Mensen die de laatste fase van hun leven gescheiden van hun geliefden moesten doorbrengen, plotselinge werkloosheid en ondernemers die hun levenswerk zagen afbreken. Dit heeft grote impact. Juist daarom streven wij ernaar dat we als raad besluiten zullen nemen die herstel brengen. Wij geloven in Zaanstad, in de veerkracht en creativiteit die mensen is gegeven om een crisis als deze te boven te komen, daarvan ook te leren en mee te nemen wat echt van waarde is. En vooral om elkaar vast te houden. Het komt er nu op aan of de maatschappij uit elkaar valt in rijk en arm, of dat we stappen zetten naar een stad die door deze crisis nog meer met elkaar verbonden samenwerkt en daarbij iedereen gelijke kansen biedt. De geweldige inzet van werkers in de zorg en veiligheid, buren die elkaar te hulp schoten, flexibiliteit van het onderwijs en de manier waarop veel organisaties zich razendsnel hebben aangepast, geven ons goede hoop dat het kan als we daarvoor kiezen. Nu naar deze beleidsarme Voorjaarsnota. We begrijpen dat de 50 procent korting op de loon-/prijsindexatie van gesubsidieerde instellingen voor dit jaar helaas niet gerepareerd kan worden. Er ontstaan nu immers grotere problemen en we zijn blij dat er al enkele maatregelen getroffen worden. We vragen daarbij aan het college om niet alleen de grote instellingen als vitale organisaties in de stad te beschouwen. Er zijn veel kleinere organisaties en initiatieven, ook nieuwe, veelal gedragen door vrijwilligers, die samen een uitgebreid sociaalcultureel netwerk vormen, dat van levensbelang is voor onze stad. Het is mooi dat de wensenlijst van het Investeringsfonds wordt verhoogd met 0,34 miljoen voor maatschappelijke voorzieningen als gevolg van groei van de stad. Maar dit moet niet bij een wens blijven. Hierin moet veel meer geïnvesteerd worden als er woningen bijkomen. In de nieuwe Sportvisie is het nu vastgelegd voor sport, en ook nieuwe scholen zijn opgenomen in het IAP. Maar het gaat ons om ontmoetingsplekken die standaard onderdeel moeten zijn bij nieuwe woningbouw. De behoefte hieraan staat namelijk bovenaan in het onderzoek naar eenzaamheid. Wij zijn blij dat ondanks de vertraging vanwege de uitspraak over de PAS enkele woningbouwprojecten weer op gang komen. Dat is hard nodig om wachtlijsten te beperken. Maar laten we vooral niet vergeten dat de PASuitspraak betekende dat we maatregelen moeten nemen om de natuur in onze streek beter te beschermen. De tijdelijke vermindering van auto- en vliegverkeer zal, bijzonder, hier een bijdrage aan hebben geleverd, maar dit zal niet zo blijven als we er niet voor kiezen om dingen anders te doen. In het nieuwe Zaans Mobiliteitsplan komt er gelukkig meer aandacht voor fietsverkeer en openbaar vervoer, en daarnaast zien we uit naar de uitvoering van alle plannen op het gebied van klimaat en duurzaamheid. Als we iets van deze crisis leren, is dat een economie die gebouwd is op internationaal toerisme wel heel erg kwetsbaar is. We vragen het college om grotere investeringen hiervoor op de Zaanse Schans uit te stellen, maar wel snel in te zetten op het aantrekken van de Nederlandse en de Europese toerist. Dat steunt de lokale ondernemers en we repareren nog iets van het gat in de begroting door de weggevallen toeristenbelasting. We zijn blij dat de Zaanse economie verschillende andere pijlers heeft met blijvende werkgelegenheid, zoals de voedsel- en maakindustrie, zorg en dienstverlening en de bouw. Het is duidelijk geworden dat hierin investeren, en in onderwijs gekoppeld aan deze gebieden, helpt om ook in de toekomst een robuuste stad te blijven. Voorzitter, er is een financieel tekort in deze Voorjaarsnota. De kosten van jeugdzorg en WMO blijven stijgen. De coronacrisis is nog niet voorbij en er is nog veel onduidelijkheid over de uitkeringen van het Rijk en de hulpfondsen die Europa, Rijk en provincie gaan inzetten. Maar ondanks deze onzekerheden en onze beperkte financiële middelen doen wij een dringend beroep op het college om oog en oor te hebben voor de individuele inwoner van Zaanstad die in financiële nood raakt. Wees barmhartig voor mensen en gezinnen die door de crisis nu dagelijks geconfronteerd worden met zorgen over hun toekomst. Verstrek eerste hulp op maat en zet daarbij ook sociale partners in. Bijvoorbeeld kerken, maar ook de Voedselbank die dan wel overeind moet blijven. Daarna moet er een herstelplan komen met een structurele aanpak die armoedeval kan voorkomen en die ons voorbereid op een toekomst die anders zal zijn, maar ook beter kan worden. We gaan daarover de komende maanden graag raadsbreed met het college en de stad en vooral ook met jongeren in gesprek. Dank u wel.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil reageren? Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Misschien meteen even refererend aan het laatste deel van de bijdrage van mevrouw Neefjes. U zegt: er moet een herstelplan komen. Liberaal Zaanstad met anderen heeft de motie Economisch Herstel ingediend. Toen zei u: maar dat vind ik overbodig, dat doet het college al. Dus ik ben even benieuwd wat u nu nog weer apart wil oproepen. En het tweede is, u zegt: wees barmhartig, lever hulp op maat. Dat zou ik ook heel graag willen, maar hoe gaat u dat betalen?
    De voorzitter: Mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Voorzitter, ik heb gezegd, even om de volgorde aan te duiden: lever nu eerst hulp op maat, help mensen direct, en daarna moeten we een structureel herstelplan maken. Ik denk dat als u die motie toen heeft ingediend, dat u het daar helemaal mee eens zult kunnen zijn. Misschien vond ik het toen nog te vroeg of dacht ik: het is overbodig, want het zal echt wel gebeuren. Maar misschien vinden we ons elkaar daar gewoon in. En waar ga je hulp op maat van betalen? Ik denk dat wij allemaal inzien dat er veel geld nodig is de komende tijd. Waar dat betaald van moet worden, daar gaan we de komende tijd met elkaar natuurlijk over in gesprek. Vanavond al, denk ik.
    De voorzitter: Nog anderen? Mevrouw Onclin.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Hele korte reactie en eigen niet eens zozeer alleen naar mevrouw Neefjes, maar ik hoorde het mevrouw Neefjes ook zeggen, fietsen en openbaar vervoer. Maar juist ook in tijden van corona denk ik dat het gewoon belangrijk is om ons te realiseren dat ook de asfaltinfrastructuur gewoon heel belangrijk is. Want de Zaanlijn was al een van de meest drukke lijnen die er is. Ook de NS moet anderhalve meter hanteren. Dus ik denk dat we wel moeten blijven benadrukken dat juist het mobiliteitsstuk in zijn geheel, dus ook inclusief de wegen, heel belangrijk is. Want inzetten alleen op openbaar vervoer wordt heel lastig in tijden van corona.
    De voorzitter: Mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Natuurlijk niet alleen openbaar vervoer en niet alleen de fiets. Wij weten ook dat er oudere mensen zijn die echt afhankelijk van een auto zijn en die moet je natuurlijk ook een plek geven. Alleen, ik zie wel een verschuiving optreden die ik gunstig vind van minder in de auto stappen, meer gebruikmaken van alternatieven. Dat is heel fijn, wat de ChristenUnie betreft in ieder geval wel.
    De voorzitter: Mevrouw Pancar.
    Mevrouw Pancar (DENK): Dank u wel, voorzitter. Ik had nog een vraag aan mevrouw Neefjes, want ze benoemt, wat ik ook heel mooi vind hoor, financieel hulp voor kerken. Geldt dat ook voor alle andere religieuze instellingen zoals moskeeën?
    De voorzitter: Mevrouw Neefjes.
    Mevrouw Neefjes-IJfs (CU): Ik heb niet gezegd financiële hulp voor kerken. Ik heb gezegd, bijvoorbeeld kerken inschakelen om samen te helpen de inwoners die in nood zijn. Zoals de Voedselbank dat ook doet en natuurlijk ook moskeeën. Dank u wel.
    De voorzitter: Goed. Daarmee kunnen we denk ik dit debat afronden, de vijf minuten zijn ook voorbij. Dan gaan we door naar het CDA en dan daarna D66. De heer Wit heeft het woord.
    De heer Wit (CDA): Dank u, voorzitter. Voorzitter, in de politiek worden soms dingen mogelijk die eerder onmogelijk werden geacht, of waar niet aan gedacht werd. A window of opportunity heet dat in goed Nederlands. De CDA-fractie is van mening dat door de stapeling van de huidige crisis een kans is ontstaan op duurzame verandering. Het raam staat wagenwijd open, maar waarschijnlijk ook weer niet voor lang. De wereld staat een beetje in brand, voelbaar tot op Zaans niveau. De wereldwijde gezondheidscrisis woekert voort en is inmiddels voor velen ook een sociaaleconomische crisis geworden. Na de verschrikkelijke dood van George Floyd manifesteert zich ook een maatschappelijke crisis. En niet te vergeten verkeerden we voor de corona ook al in een stikstofcrisis. Misschien is deze cumulatie van rampen wel nodig geweest om ons te laten beseffen dat ons maakbaarheidsdenken uiterst kwetsbaar is en dat de welvaart veel meer is dan het jaarlijkse ritueel van groeicijfers en een sluitende begroting. Met een perfecte timing landt het boek Fantoomgroei op ons bord. Een aanrader. Daar staat dat het tijd is voor een nieuw verhaal, waarin de economie voor ons allen werkt, in plaats van wij voor de economie. Voorzitter, de CDA-fractie wil het spreekwoordelijke openstaande raam graag gebruiken om gezamenlijk tot ideeën te komen voor het duurzaam verbeteren van onze leefwereld. We geven daarbij wel een winstwaarschuwing, want in onze gepolariseerde wereld is het zoeken naar een gezamenlijke nieuwe balans heel moeilijk geworden. Ik noem zo drie voorbeelden hoe we misschien wel vooruit kunnen. De stikstofcrisis. Na de PAS-uitspraak werd pas duidelijk dat de component milieu ondergesneeuwd geraakt was ten opzichte van de component economie. Dat heeft de commissie Remkes nog een keer extra duidelijk gemaakt. Echter, we moeten ook niet doorslaan naar de andere kant. We moeten volgens ons op zoek gaan naar een nieuwe balans tussen gerichte bescherming van de biodiversiteit, maar ook ruimte bieden aan bedrijven die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen. Twee, de sociaaleconomische crisis. Faillissementen en een verdubbeling van de werkloosheid. Mensen verliezen momenteel de financiële grond onder hun voeten. Daarom moet de overheid nu niet gaan bezuinigen, maar juist anticyclisch gaan investeren. Die woorden zijn al eerder gevallen, dus dat zal ook wel kloppen. Bijvoorbeeld door projecten nu in een hogere versnelling te zetten. Dan noem ik niet het A-project, alhoewel het daar wel over gezondheid, milieu en verkeersveiligheid gaat. Of, door in samenwerking met het onderwijs en bedrijfsleven tijdelijke banen te creëren voor mensen zonder werk. Denk hierbij aan hulp voor sociale wijkteams, buurthuizen, ouderencentra, maar ook taalonderwijs om taalachterstanden weg te werken. Achterstallige klussen in de openbare ruimte, het begeleiden van probleemjongeren, of preventief toezicht op het groeiende probleem van afvaldumpingen. Maar ook door bij aanbestedingen extra nadruk te leggen op duurzaamheidsaspecten. Dan de maatschappelijke crisis. De veenbrand van racisme woedt helaas al heel lang en na elk incident klinkt de roep om verdraagzaamheid, maar niet lang daarna verstomt die weer in de waan van de dag. Waarschijnlijk omdat het probleem van ongelijkheid diepgeworteld en veel breder is. Breder, omdat de genoemde geïnstitutionaliseerde en onbewuste afkeer bijvoorbeeld ook kleeft aan de LHBTIgemeenschap, ook in Zaanstad. Onvoorstelbaar dat Nederlandse kinderen leren dat bepaalde mensen om hun overtuiging en geaardheid niet deugen. Zo ook de discussie over slavernij. Met de kennis en normen van nu keuren we dit uiteraard af. Maar zijn we ons er met z’n allen van bewust dat er op dit moment wereldwijd tientallen miljoenen mensen, waaronder heel veel kinderen, als slaaf worden gebruikt? Hoe is het mogelijk dat mensen denken recht te hebben op de vrijheid van een ander mens? En het woord verdraagzaamheid, voorzitter, klinkt gelukkig vaak, zelfs ten aanzien van het fietspad op de Zaanse Schans. Maar in de praktijk is respect voor elkaar vaak nog ver te zoeken. Kunnen en willen wij onszelf als politici aankijken in die verdraagzaamheidsspiegel en zeggen dat we gaan voor toenadering, in plaats van verwijdering? Voorzitter, tot slot, deze crisisperiode biedt ons een unieke kans op een duurzame verandering. Dat begint bij besef, goede wil en openstaan voor elkaar. De CDA-fractie wil zich graag samen met u en met partners in de stad, in Zaanstad, actief inzetten voor degenen die hulp nodig hebben en voor een duurzame verandering, waardoor Zaanstad uiteindelijk sterker uit de crisis komt. Dank u allen.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Ik heb met verbazing en verwondering wel naar het verhaal van de heer Wit geluisterd, want ik zag eigenlijk weinig verschil tussen het verhaal van mevrouw Mathkor van GroenLinks. Het is eigenlijk, ik denk dat GroenLinks in deze zaal er twee zetels bij heeft. En u begon … Maar dat kan een crisis met je doen, ik snap het. Maar ik was u eigenlijk al kwijt aan het begin van uw verhaal, want u zegt: er is meer dan groeicijfers - en toen kwam hij - en een sluitende begroting. Toen dacht ik: hé, dat verbaast me toch echt wel van het CDA. Ik dacht dat het CDA toch ook altijd wel stond voor deugdelijk financieel beleid. Want hoe rijmt zich dat dan als je geen sluitende begroting hebt? Dan is vaak het gevolg om je belastingen op je inwoner dan maar omhoog te gooien. Dat zal de provincie ook vragen als wij Artikel 12-gemeente worden. Hoe past dat bij het bestrijden van de crisis en de barmhartigheid die u in uw betoog zo mooi benoemt?
    De voorzitter: De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Dank, voorzitter. Kijk, én ik vind uw mening, zoals u die uit, eerder polariserend dan verbindend. En als er één is die een crisis moet verwerken, dan is het misschien iemand die ik nu aankijk, laat ik het voorzichtig zeggen. En als ik zeg ‘er is meer dan’, zeg ik niet dat het niet zo is. Dus ‘er is meer dan een sluitende begroting’ betekent niet dat ik tegen een sluitende begroting ben. Dat is gewoon een kwestie van goed luisteren. Ik zeg, ‘er is meer dan’. Er zijn dus dingen belangrijker.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Ik ken de heer Wit als een kunstenaar van woorden. Dus meer dan, en dan geeft u er weer een hele mooie draai aan. Maar zo ken ik u weer, gelukkig. Maar wat ik wel weer jammer vind, u zegt heel vaak: we moeten het niet persoonlijk maken. En dan strooit u toch weer even naar mij toe zo’n persoonlijke opmerking. Dat vind ik dan weer jammer.
    De voorzitter: De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Ik heb geen naam genoemd. Maar kijk, mijn oproep, laten we het daarbij houden, is: laten we nou samen kijken hoe we hulp kunnen bieden. Hier mogen we elkaar heel streng bevragen, dat vind ik hartstikke leuk, maar laten we nou vooral die boodschap ook ter harte nemen dat we het met elkaar gewoon moeten doen voor de gemeenschap, daar zijn we voor gekozen.
    De voorzitter: De heer Hartog.
    De heer Hartog (SP): Dank u wel, voorzitter. Ik hoor de heer Wit een idealistisch verhaal houden en hij zegt ook: het maakbaarheidsideaal is kwetsbaar. Dus ik was even in verwarring hoe ik dat nou moet interpreteren. Betekent dat nu dat de heer Wit vindt dat de overheid weer een grotere greep op de samenleving moet hebben en dat maakbaarheidsideaal beter gestalte moet geven, in tegenstelling tot het beleid van het CDA van de afgelopen veertig jaar? Ik hoop dat het antwoord ja is, want dat biedt heel veel perspectief om op een goede voet samen te gaan werken in de komende tijd.
    De voorzitter: De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Dank u. Ook dank u, mijnheer Hartog, want ik had het natuurlijk wel gekoppeld aan mijn verhaal. Ik ben ook een idealist, en ik ben ook iemand die voortschrijdend inzicht kan gebruiken. We hebben het als CDA ook wel gezegd, in de persoon van Hugo de Jonge, en die weet waar hij het over heeft, dat de maakbaarheid in de zorg niet is om de markt daarin te zetten. Dus de markt in de zorg is misschien wel op zijn retour. Ik denk dat wij ook moeten kijken, we proberen dingen en komen tot een conclusie. Ik denk dat de maakbaarheid, wij waren zonder die coronacrisis gewoon bezig in een bepaald patroon van leven, en dat bedoel ik met maakbaarheid. Wij dachten dat alles kon en dat alles dus letterlijk maakbaar was. Maar we zijn kwetsbaar gebleken en ik denk dat we ook dat inzicht moeten gebruiken. Al die andere crises maken nog duidelijker dat, wat mij betreft gaan er echt dingen veranderen. Dat roofdierkapitalisme, zoals de heer Segers van de ChristenUnie noemde, dat vind ik ook walgelijk. Zoals er gespeeld wordt met een mooi bedrijf als de HEMA, dat vind ik verschrikkelijk dat daar mensen geld maken ten koste van beroepen van anderen. Dat mag wat mij betreft door de wc worden gespoeld. Dank u.
    De voorzitter: De heer Hartog.
    De heer Hartog (SP): Dank u wel, voorzitter. Ik ben nu eigenlijk nog meer in verwarring, want ik interpreteer maakbaarheid toch als een poging om iets van het leven te maken, en dat wij daar als politici in grote mate verantwoordelijk voor zijn. Dus dat wij in ieder geval het maakbaarheidsideaal moeten vasthouden en niet moeten zeggen: het mislukt, dus we doen het niet. Dus ik hoop dat u het nog steeds met me eens bent dat wij wel moeten proberen dat maakbaarheidsideaal, wat je zou moeten hebben, gestalte te geven.
    De voorzitter: De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Kijk, dat is het mooie van het CDA: je kunt op ons leunen, maar je kunt van ons ook heel veel toenadering vinden. Dus wij kunnen met iedereen door de bocht, als we het er maar met elkaar goed over kunnen hebben.
    De voorzitter: Dank, de tijd is om. We gaan door naar de heer De Vries van D66 en daarna de PVV. Het goede nieuws is dat dat dan niet de laatste is, want daarna komt mevrouw Rot. Maar mevrouw Rot heeft volgens mij gemeld dat ze niet aanwezig is. Dan komt de heer Kerkhoven als laatste. De heer De Vries heeft het woord.
    De heer De Vries (D66): Dank u wel, voorzitter. Mijnheer de voorzitter, we leven in ongekende tijden. De coronacrisis heeft de hele wereld hard geraakt met tot nu toe wereldwijd minstens een half miljoen dodelijke slachtoffers. De economische crisis komt daar nog bovenop. We hebben als het ware de lichtflitsen van het onweer al gezien, maar wachten nu op het geluid van de donder. De coronacrisis heeft ook Zaanstad niet onberoerd gelaten. We leven mee met de nabestaanden van de Zaanse slachtoffers die door het virus zijn overleden, maar ook met de Zaankanters die bezig zijn aan een lange periode van herstel. En voorzitter, vanuit ons midden is Krista van Dalen hard getroffen en vanaf deze plaats neem ik de gelegenheid waar om haar als tolk der aanwezigen, als u me toestaat, van harte en voorspoedig en algeheel herstel toe te wensen. Voorzitter, aan ons de taak om de gemeente zo goed mogelijk door de komende economische problemen te leiden. Onze financiën waren niet erg rooskleurig, met als bekende oorzaken de overschrijding in de jeugdzorg, de onderuitputting van de rijksuitgaven gekoppeld aan het trap-op-trap-af systeem van het Gemeentefonds. Toch zullen wij alles op alles moeten zetten om de stad leefbaar te houden en de vitale infrastructuur te behouden, zodat we in het na-coronatijdperk weer sterk uit de crisis komen. D66 denkt daarbij met name aan de ondernemers in de middenstand, de horeca, de culturele basisinfrastructuur, maar zeker ook de sociale- en maatschappelijke voorzieningen zoals buurthuizen, de sportvoorzieningen en zeker ook de Voedselbank. Tegelijkertijd moeten wij ons voorbereiden op een grote instroom in de bijstand, ondanks dat er vanuit dit huis heel hard gewerkt wordt aan de uitvoer van de diverse steunmaatregelen. Voorzitter, nut en noodzaak zullen de criteria moeten blijven waarop wij de toekomstige uitgaven gaan toetsen. Het zal onmogelijk blijken om in de toekomst aan ieders wensen te kunnen voldoen, en dus zullen we inwoners alsmede bedrijven - en helaas zal dat onontkoombaar zijn - gaan teleurstellen. Overheidsinvesteringen dienen wat D66 betreft wel zoveel als mogelijk op peil te blijven om de crisis niet nog verder te verdiepen. Voorzitter, één ding is zeker: dat gaat de gemeente veel geld kosten. De begroting voor 2020, zoals die vorig jaar is opgesteld, biedt weinig houvast meer. We moeten net als het kabinet met vijftig procent van de kennis honderd procent van de beslissingen nemen en de gemeente wordt niet alleen financieel, maar daardoor ook organisatorisch sterk op de proef gesteld. Voorzitter, er schijnt inmiddels al wel door het Rijk zo’n 500 miljoen euro uitgetrokken te zijn om de Nederlandse gemeentes bij te staan. Maar dit zal niet genoeg zijn. Zaanstad zal, net als vele andere gemeenten, een structurele verhoging van het Gemeentefonds nodig hebben om haar wettelijke taken naar behoren te kunnen uitvoeren, zonder een kaalslag te veroorzaken op andere terreinen. Het lijkt ons daarom niet verstandig om alles op alles te zetten om dit najaar met een sluitende begroting te komen, omdat dit onherstelbare schade aan de gemeentelijke voorzieningen zou kunnen toebrengen. Voorzitter, we zullen lef moeten tonen om ons uit de crisis te investeren, en volgens de heer Klaas Knot, directeur van De Nederlandsche Bank, ook bereid moeten zijn om geld daarvoor te lenen om dat doel te bereiken. We zijn ons zeer bewust dat dat voor Zaanstad nog een hele uitdaging zal worden. Voorzitter, ook nu, of juist nu, moeten we verder blijven kijken dan volgend jaar. Hoe ziet Zaanstad eruit na het coronatijdperk? Massatoerisme, 500.000 vliegbewegingen per jaar op Schiphol. Misschien is dit voorlopig niet meer aan de orde. De digitale vergaderingen, en dan bedoelen we niet alleen in de raad, zullen wellicht populair blijven. Voorzitter, we hebben de kans om groener uit de crisis te komen en die kans moeten we zeker niet voorbij laten gaan. Sterker nog, die kans moeten we grijpen. De klimaatcrisis zal een tsunami zijn in vergelijking met deze coronagolven. Wij moeten daarom onverkort aandacht blijven geven aan de energietransitie en vol inzetten op een goed aanbod in de Regionale Energiestrategie, inclusief een te ontwikkelen Warmtevisie. Voorzitter, ook andere beleidsterreinen moeten voor de lange termijn in beeld blijven, zoals de gebiedsontwikkelingen van MAAK.Zaanstad, het mobiliteitsplan, de woningnood die bestreden moet worden. En we moeten in control komen op het gebied van de jeugdzorg. Hiertoe moet in de eerste plaats grondig onderzoek worden gedaan naar de achterliggende oorzaken van de onverwachte overschrijdingen. Maar voorzitter, wij vertrouwen er daarbij op dat voornoemd onderzoek bij dit college onder uw bezielende leiding in goede handen is en dat voor het einde van deze bestuursperiode deze problematiek tot het verleden is gaan behoren. Een slagvaardige overheid en een vitaal middenveld zijn daarbij overigens onontbeerlijk. Voorzitter, tot slot. Kinderen hebben de toekomst is een veelgebruikt spreekwoord, maar in onze raad hebben zij helaas nog geen stem en daarom neem ik het vandaag, hier in deze politieke arena, voor hen op. In Zaanstad Noord zijn duizenden schoolkinderen die elke schooldag - u hoort het goed, elke schooldag - vanwege keuzes die er in 1974 zijn gemaakt nog steeds - ik zei het eerder, elke schooldag weer - smerige lucht moeten inademen. Hun scholen zijn namelijk gesitueerd langs de N203, waar vele miljoenen hoeveelheden gemotoriseerd verkeer passeert, en wij van Zaanstad, D66 Zaanstad bedoel ik, vinden dat daar zo spoedig mogelijk een einde aan moet komen.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil reageren? Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Dank u wel, voorzitter. Het slotstuk van de woorden van de heer De Vries zijn ons ook uit het hart gegrepen, dus helemaal eens, daar moet echt wat aan gebeuren. Maar de rest van het betoog van de heer De Vries klinkt eigenlijk vooral als: ik wil meer zakgeld. Rijk, kom alsjeblieft snel met alles over de brug. En ik hoor u ook zeggen: niet alles op alles zetten voor een sluitende begroting. Ik snap het wel, maar dat betekent dat wij straks onze belastingen moeten verhogen als we geen sluitende begroting … Want als het Rijk niet met alles over de brug komt - en die hebben al heel veel uitgaven te doen, dus het moet zomaar blijken of wij meer geld gaan krijgen - dan is de enige consequentie: of keuzes maken, of de belasting omhoog. En dat die belastingen omhoog moeten, dan helpt dat ook niet bij het herstel van de crisis. Is D66 dat met mij eens?
    De voorzitter: De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): D66 is dat gedeeltelijk met u eens. Uiteraard, iedereen wil vaak meer zakgeld en dat willen wij dus ook. Dat zou heel mooi zijn en dat had ook gekund, ware het niet dat er een coronacrisis doorheen ging. Een sluitende begroting, ik zeg: we moeten misschien geen sluitende begroting hebben, juist om het Rijk ertoe te dwingen dat ze de portemonnee trekken die ze ook in miljarden bijvoorbeeld voor de KLM trekken. Belastingen verhogen is niet altijd nodig. We kunnen bijvoorbeeld ook de weerstandsratio verlagen. Zoals u weet hebben wij een weerstandsratio van tussen de 1,4 en de 1,8, maar ik heb laten uitrekenen wat het zou betekenen als je hem naar 1,3, 1,2, 1,1 of 1 zal doen. Die berekening heb ik gekregen. En 1 procentpunt betekent 1,4 miljoen euro vrijspelen op je begroting. Dus als wij bereid zijn wat de heer Klaas Knot gezegd heeft van De Nederlandsche Bank, niet de minste die verstand heeft van economie: je moet je uit de crisis investeren, je moet lef hebben. Dan heb ik wel het lef om dat te doen. Dat betekent dat we nu een risico nemen, een welbewust risico nemen, om de boel niet op zijn gat te laten gaan, om het maar even plat te zeggen. Maar dat we dan in de toekomst, als de zon weer gaat schijnen, laten we het maar zo zeggen, het dak weer zullen moeten repareren. Dus dat we weer terug moeten misschien naar een ratio van tussen de 1,4 en de 1,8.
    De voorzitter: Mevrouw De Boer.
    Mevrouw De Boer-Doeves (Liberaal Zaanstad): Om niet in technische details te vervallen, maar het weerstandsvermogen is natuurlijk niet voor niks op dit peil gehouden, omdat je een gezonde financiële gemeente wil zijn. Dus ik snap dat de heer De Vries liever daaraan tornt dan dus aan fundamentele keuzes te maken en te zorgen dat je én een gezond weerstandsvermogen hebt … Want u zegt: risico’s nemen en meer lenen. Wij willen zeker meer investeren zodat er ook meer arbeidsplaatsen komen, zodat wij beter uit de crisis kunnen komen, maar we hebben al een leningsportefeuille van 728 miljoen euro. Dus nog meer lenen zonder dat er ook andere keuzes tegenover staan, lijkt ons dan weer heel onverstandig.
    De voorzitter: Ik zag de heer Van der Laan en de heer Van Haasen. Eerst de heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, ik heb een vraag aan mijnheer De Vries. Ons hieruit te investeren, wil hij dat doen dan op de manier waarop zijn voormalige collega, wethouder Emmer hier in de gemeenteraad stond en zei: maar dat is helemaal geen probleem, want voor elke 100.000 euro kunnen we een miljoen lenen. Is dat de manier waarop u denkt ons hier uit te gaan investeren?
    De voorzitter: De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Laat ik het zo zeggen, uit de crisis investeren heeft heel veel voordelen ten opzichte van straf bezuinigen. Als we straf bezuinigen, dan bezuinigen we de boel dood. Ik ben bereid om geld te lenen, en of dat nou 100.000 euro is en daar een miljoen tegenover, dat maakt me nog niet zoveel uit. Ik wil daar graag over in debat met degene die er verstand van hebben, of nog meer verstand van hebben dan ik, laat ik het zo zeggen. Maar ik wil dat doen om met name de vitale infrastructuur, buurthuizen, Voedselbank, sportvoorzieningen heb ik al gezegd, om die in ieder geval, cultuur, overeind te houden. Dat het niet instort, dat wil ik heel graag. De technische mogelijkheden die daarvoor zijn, die laat ik graag over aan ambtenaren om dat in beeld te brengen, om dat aan mij uit te rekenen.
    De voorzitter: De heer Van Haasen.
    De heer De Vries (D66): En als ik nog terug mag …
    De voorzitter: Nee.
    De heer De Vries (D66): Mag dat niet?
    De voorzitter: De heer Van Haasen eerst en daarna reageert u maar.
    De heer De Vries (D66): O, oké.
    De heer Van Haasen (PVV): Bedankt, voorzitter. Ik heb een vraag aan de heer De Vries. U ging net prat op de 500 miljoen die het Rijk ter beschikking had gesteld. Als je dit bedrag door de 355 gemeentes van Nederland deelt, dan hou je 1,4 miljoen over. Ik denk dat dat bij lange na niet genoeg is om uit deze crisis te komen. Ik denk dat we daar nog niet eens onze rente van kunnen betalen. Dus ik wilde vragen hoe u dat ziet.
    De voorzitter: De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Voorzitter, de 500 miljoen, ongeveer één procent gaat er naar Zaanstad en dat zal ongeveer 5 miljoen zijn, dus dat is iets meer als wat de heer Van Haasen net zegt. Dat is één. Het tweede is, ik vind dat wij dan, wij moeten het Rijk duidelijk maken dat dat tekort is. Dat kunnen we doen door, zeg maar, te wijzen op de begroting en op de uitgaves die we maken en op de gaten die daarin zijn gevallen. Ik heb er vertrouwen in dat de Rijksoverheid dat ook doet, net zoals ze dat in de miljarden bij de KLM hebben gedaan. Ik wil graag nog even terug naar mevrouw De Boer. De belasting verhogen om … Wij zullen keuzes moeten maken, zei u, om de schuldpositie. Maar als u weet hoe de schuldpositie is ontstaan, dat is ontstaan in 1974 bij het tot stand komen van Zaanstad. Toen zijn we zwaar in de schuld geraakt, omdat de overheid ons in de steek heeft gelaten bij heel veel landgoed wat we ooit gekocht hebben en voor één euro weer verplicht waren om te verkopen. Daardoor zijn wij zo’n gemeente geworden met zo’n zware schuldenlast. En bijvoorbeeld niet als Amsterdam, Haarlem of Alkmaar, met een groot eigen vermogen. Dat is nou eenmaal zo. Dat is vervelend, maar zolang we die weerstandsratio in de gaten houden, kan dat niet zoveel kwaad en vindt de provincie ook …
    De voorzitter: Goed. Mijnheer De Vries, volgens mij is uw punt duidelijk.
    De heer De Vries (D66): Wat zegt u?
    De voorzitter: Uw punt was duidelijk, uw antwoord.
    De heer De Vries (D66): Echt?
    De voorzitter: Ja, dus …
    De heer De Vries (D66): Voor u of voor iedereen?
    De voorzitter: Voor nu is het voldoende. En we hebben daarmee ook de vijf minuten ruimschoots overschreden. We gaan door naar de heer Van Haasen van de PVV en daarna de heer Kerkhoven van DZ.
    De heer Van Haasen (PVV): Bedankt, voorzitter. Dit college presenteert een beleidsarme Voorjaarsnota. We zijn eigenlijk niet anders gewend. Zo, de toon kan maar gezet zijn. Maar past deze benaming beleidsarm wel bij deze Voorjaarsnota? Kan je hem niet beter als armzalig omschrijven? Als je een begroting presenteert met een structureel tekort van 3 miljoen per jaar, is het in ieder geval een armoedige Voorjaarsnota. En dan moet de komende maanden de kosten van de coronacrisis nog in kaart worden gebracht. Dit college is het orkest op het achterdek van de Titanic dat blijft doorspelen tot iedereen ten onder gaat in een oceaan van schulden. Foute keuzes in het verleden, het heden en de toekomst maken keuzes onbetaalbaar en dus deze stad onbestuurbaar. De Zaanse bewoners zijn het kind van de rekening. De maar stijgende lasten zijn de PVV een doorn in het oog. De hele procedure van de aanbesteding van de afvalzorg is hier weer een duidelijk voorbeeld van. Het is natuurlijk te gek voor woorden dat Zaanstad 3 miljoen meer in rekening brengt voor afvalstoffenheffing bij zijn burgers dan zij moet betalen voor deze dienst bij HVC. En dan staan we raar te kijken dat HVC een tariefsverhoging vraagt die wonderbaarlijk overeenkomt met de 3 miljoen, die hier ergens op een plank zou moeten liggen. De rioolheffing is het niet anders. In de vorige jaren is de bestemmingsreserves reeds misbruikt om gaten in de begroting te dichten. Als we alle cijfers zichtbaar krijgen, zijn reservepotjes niet meer genoeg om alle coronagaten te dichten. Neem nou toerisme. De begrote vermakelijkhedenretributie, zelfs met een fietscoördinator is het luchtfietserij. De toeristenbelasting zal dit jaar niet meer als een fooi blijken te zijn. Dan cultuur. De reservering van 75.000 euro voor het haalbaarheidsonderzoek voor een nieuw museum staat nog in de cijfers. Ik heb nog nooit coalitiepartijen zo hard zien draaien als op dit dossier, dat ze er geen lichamelijk letsel aan over hebben gehouden is een wonder. Als dit college, of het volgende, of het college daarna ooit een onderzoek wil doen naar een nieuw museum, hebben wij een suggestie: het Zaanse Bruggenfiascomuseum. Na het dodelijke ongeval op de Den Uylbrug, de lakse nasleep ervan, met het gevolg een ongeval op de Bernhardbrug, het kapotte knieënfietspad van de Wilhelminabrug en de verwachte problemen op de identieke Beatrixbrug. Het eeuwige gedoe met de openstelling van de busbrug De Binding, en natuurlijk één van de kwaliteitsdragers van Masterplan Poelenburg, fietsbrug De Slinger. Wie verzint die namen? Busbrug De Verdeeldheid en Slinger De Slegers had beter gepast. Als toetje de Zaanbrug. Was het nu een geheime aanbesteding die mislukt is, of een mislukte aanbesteding die geheim is? Ik hoor het de heer Van der Laan nog zeggen tegen de wethouder: wethouder Bruggen, dat moet je niet willen. Zaanstad en bruggen, het is een ongelukkige combinatie. Opmerkelijk dat de verantwoordelijke wethouder nog geen motie tegen zichzelf heeft ingediend. Wij zouden hem hierin steunen. De Voorjaarsnota staat vol met tabellen, realisatie en prognose en indicatoren. Wat ons opvalt, is dat de ambities goed zijn, maar dat het beleid en de prognoses niet met elkaar rijmen. Waarom zouden Zaankanters meer tevreden zijn over sportvoorzieningen in hun buurt? Is er iets verbeterd? Niets. Waarom zouden Zaankanters meer tevreden zijn over parkeren in hun buurt? Is er iets verbeterd? Niets. Waarom zouden Zaankanters meer tevreden zijn over betrokkenheid bij gemeentelijke plannen? Is er iets verbeterd? Niets. Zienswijzen, insprekers, e-mails van boze bewoners over het gebrek aan dit alles zijn meer regel als uitzondering. Zien we verbeteringen? Nee. De koek is op, en nu is het geld ook nog eens een keer op. Dan lees ik op pagina 34: “Zaanstad is een financieel duurzame gemeente met een goed functionerend bestuur.” Hoe duurzaam is ons financiële huishoudboekje eigenlijk? Daarom wilden wij, eigenlijk een beetje overeenkomstig met wat mevrouw Hotaman zei, in ieder geval een motie voor de behandeling van de Najaarsnota van 2020 naar voren schuiven om iets beter en eerder inzicht te krijgen. En nog een postscriptum voor de overige partijen: vorig jaar hebben we drie dagen vergaderd en 25.000 euro kunnen herbestemmen. Dus hou jullie in vanavond, dan zijn jullie allen vroeg klaar. Dank u.
    De voorzitter: Wie wil daarop reageren? Mevrouw Onclin en de heer Wit.
    Mevrouw Onclin (VVD Zaanstad): Volgens mij hoorde ik daar een quote van mezelf, dus ik ben blij dat mijnheer Van Haasen soms oplet als ik iets zeg. Maar ik wilde eigenlijk u net interrumperen, dus dan ga ik dat nu alsnog doen. Ik begrijp uw zorg over de landelijke inbreng in de financiën, daarom heb ik dat ook geuit. Maar u heeft – en ik kan de link met u allen delen als u daar blij van wordt – de rekensom over 1,4 miljoen is niet helemaal fair. Het goede nieuws is dat voor het sociaal domein is op binnenlands bestuur de eerste resultaten al gepubliceerd en dan gaat het op basis van inwoner. Dat zou voor Zaanstad een structurele bijdrage van 2,8 miljoen betekenen, waar nu een PM-post van 2,3 miljoen staat. En volgens mij hebben u en ik wel een heel goed idee voor die andere 500.000 euro.
    De voorzitter: De heer Wit en dan de heer Van Haasen.
    De heer Wit (CDA): Dank u. Eén reactie, want dan wil ik een uitspraak van u ombuigen. U noemde het citaat: “Wethouder Bruggen, dat moet je niet willen.” Dan denk ik: had die dan misschien niet moeten doen. Maar ik weet heel goed van die wethouder die u bedoelt dat hij zei: dat ga ik dan juist wel doen, want ik loop niet weg voor moeilijke portefeuilleonderdelen. Dus dat siert hem ook. Dan ook nog een vraag aan u: is het dit college te wijten dat de Zaanbrug duurder wordt in aanbesteding? Dan tegelijkertijd de vraag: is het bijvoorbeeld het vorige college te verwijten dat het zwembad De Crommenije alleen maar gerealiseerd kon worden met instemming van de raad om 1 miljoen op te plussen, omdat het duurder werd. Graag uw reactie.
    De voorzitter: De heer Van Haasen.
    De heer Van Haasen (PVV): Ik heb het helemaal niet gehad over het duurder worden van de Zaanbrug, dat was de bijdrage van de heer Van der Laan. Ik heb het alleen maar over de verwarrende toestanden rond de Zaanbrug, over wat wel geheim was en wat niet geheim is. Daar heb ik het over gehad. Dan kan u het proberen om te buigen, maar dat is wat ik gezegd heb.
    De voorzitter: De heer Wit en dan de heer Van der Laan.
    De heer Wit (CDA): Kijk, u weet zelf wel dat dit college niet te verwijten valt dat een aantal andere overheidsorganen anders communiceren over dit dossier. Er zijn drie organen verantwoordelijk voor, en dat is al lastig genoeg. U weet hoe het is om hier met vijftien coalities te functioneren. Dus ik buig het toch om. Het is een kracht wat u een zwakte vindt.
    De voorzitter: De heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, in reactie op mijnheer Wit, de quote was van mij. Ik heb het echt tegen hem gezegd, want de bruggen in de Zaanstreek zijn een probleem, en de manier waarop er is ingegrepen door het bestuur ook. Dus is het het bestuur te verwijten? Ja, dat is het. En is het het bestuur te verwijten dat de Zaanbrug duurder wordt? Nee, maar wel dat we er meer voor gaan betalen, en dat we het ook hebben over belastinggeld. Het is een bedrag wat verhoogd is, is meer dan 10 miljoen. Volgens mij zijn wij hier om te kijken hoe we zo meteen uit die crisis moeten komen. En volgens mij is die 10 miljoen, we zitten nu op 30, het beginbedrag was rond de 20, is dat heel goed in te zetten om te zorgen dat we hier alle wensen die iedereen hier naar voren brengt kunnen realiseren.
    De voorzitter: De heer Wit.
    De heer Van der Laan (POV): En als een wethouder een portefeuille neemt, dan is dat heel dapper. Als het dan mislukt, dan is het ook een risico en wij zitten hier om hem daarop aan te spreken. Het is niet de bedoeling … Ik vind het heel … Het siert u dat u hem verdedigt, het is uw wethouder. Het is een aardige vent, dat vinden wij ook, alleen op een gegeven moment is er wel een grens.
    De voorzitter: Goed. De heer Wit, kort.
    De heer Wit (CDA): Ik sprak degene aan die uw quote gebruikte, dus zo ging het. Wat uw oplossing is, het plan B, dat schuift dus een financiële druk naar onze kinderen. Dat klinkt heel mooi: we gaan nu besparen. Maar u schuift gewoon het probleem door naar de toekomst en dat vind ik niet eerlijk. Dan moet je een rechte rug houden en zeggen: we gaan dit doorzetten, crisis of niet, besturen is doorgaan.
    De voorzitter: De heer Van der Laan reageert.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, ik heb het niet gehad over de financiële consequenties van plan B, want dat weet ik niet. Wat daarover bekend is, is volgens mij geheim. Dus ik weet niet, dit vind ik wel een beetje apart, want ik heb het van tevoren nog gevraagd.
    De voorzitter: Goed. De heer De Vries, u had ook een woordmelding. De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Dank u wel, voorzitter. De heer Van Haasen had het over de sport en dat daar eigenlijk niets van deugde. Dat heb ik opgemaakt uit zijn betoog. Maar dan wil ik hem toch in herinnering roepen dat we nog niet zo lang geleden een prachtige topsporthal hier hebben geopend, dat we De Crommenije hebben, dat we De Kraaien van plan zijn om een nieuw complex te geven, dat het Hoornseveld volop in ontwikkeling is. Ik hoop dat ik hem dus, als we het hebben over investeren naar de toekomst, als ik een voorstel doe voor De Crommenije om daar een Spray Park te maken, dat ik hem dan aan mijn zijde vind.
    De voorzitter: De heer Van Haasen.
    De heer Van Haasen (PVV): Ik zie vanavond iedereen in de raad weglopen voor de verhuizing van De Kraaien, dus laten we het daar niet over hebben. Maar de cijfers die ik noem, per jaar worden die onderzoeken gedaan. Er staat een drie procent verbetering in de prognose die ze doen voor de topsport, of voor de sport in het algemeen, ten opzichte van 2019. Dus in 2020 denkt deze gemeente dat we drie procent meer tevreden zijn over sport in onze omgeving dan het jaar daarvoor. Nou, ik kan me niet herinneren wat er dit jaar of vorig jaar gerealiseerd is dat deze prognose rechtvaardigt.
    De voorzitter: De heer De Vries, korte reactie van uw kant.
    De heer De Vries (D66): Er is dus alles aan gelegen om dat goed beet te pakken en om daar te blijven investeren om die score omhoog te krijgen.
    De voorzitter: De heer Van Haasen, en dan sluiten we dit debat.
    De heer Van Haasen (PVV): Nou, van mij hoeft dat geld van De Kraaien ook niet doorgeschoven te worden naar ’21, ’22 of ’23. Van mij mogen ze morgen aan de slag.
    De voorzitter: Dan gaan wij door naar de laatste spreker van vanavond. Dat is de heer Kerkhoven.
    De heer Kerkhoven (DZ): Voorzitter, traditioneel maken wij bij de Voorjaarsnota en de begroting de balans op ten aanzien van hoe het college omgaat met haar inwoners en ondernemers. Zoals bekend hebben wij een overeenkomst gesloten met het college, om onder andere veranderingen te brengen in de bestuurscultuur van Zaanstad, waarin regelmatig sprake is van machtsmisbruik, willekeur en een gebrek aan transparantie. Door deze overeenkomst heeft het college ook uitgesproken onder meer daaraan een einde te willen maken. De afgelopen tien dagen zijn respectievelijk onder andere de onderwerpen museum centrum Zaandam, de Ontwikkelingsstrategie Zaanse Schans en de scenario’s voor de Hemkade besproken. In het eerste geval was alleen ROSA voor deze ontwikkeling. Toch stemden alle collegepartijen in met een motie om deze ontwikkeling via de achterdeur in de toekomst mogelijk te maken. In het tweede geval werd, ondanks alle smeekbedes van insprekers om de Ontwikkelingsstrategie niet aan te nemen, door alle collegepartijen voor gestemd. In dat laatste geval werden al onze inspanningen om tot een echte oplossing te komen makkelijk terzijde geschoven. Voorzitter, in de maanden na onze overeenkomst hebben wij op talloze manieren laten zien dat wij werken aan het realiseren van de afspraken uit deze overeenkomst. Alle overleggen ten spijt is er helaas niets veranderd. U kunt ons complimenten maken en tot in de hemel prijzen, maar daar gaat het hier niet om. Het gaat om de inwoners en de ondernemers voor wie het van zeer groot belang is dat u de afspraak uit deze overeenkomst nakomt. Van ons krijgt u als Algemene Beschouwingen op deze Voorjaarsnota dan ook een blanco A4. Een statement, een symbool voor wat u normaliter met onze inbreng doet, overeenkomst of niet. Voor het gemak hebben wij er alvast een pdf van gemaakt. We zullen tegen de Voorjaarsnota stemmen, omdat het college veel geld uit blijft geven, terwijl u zegt de impact van de coronacrisis niet te kunnen overzien. Een goed voorbeeld van slecht rentmeesterschap. In dat kader verwijzen wij nogmaals naar ons initiatief van vorig jaar, dat het doel had om de financiële positie van Zaanstad te verbeteren.
    De voorzitter: Dank u wel. Wie wil daarop reageren? De heer Wit.
    De heer Wit (CDA): Dank u. Dank u, mijnheer Kerkhof, …
    De voorzitter: Kerkhoven.
    De heer Wit (CDA): O, shit, sorry. Kerkhoven. Ik ben net mijnheer Egberts, wat dat betreft. Kijk, u benoemt ook de kracht van u als partij. U bent tegen machtsmisbruik, willekeur. Daar hebben wij ook elkaar gevonden. En u staat ook bekend als gewoon een partij die echt een dossiertijger is en die zich ergens zwaar in verdiept, en dan met een heel helder standpunt komt. Maar ik wilde u wel ook meegeven dat uw standpunt dan ook letterlijk uw standpunt is, maar niet de enige juiste. Daar raakt u weleens in verstrikt, want u wordt boos als er een andere koers wordt gevaren door ons. Ik heb ook geleerd, als ik mijn zin niet krijg, dan was het kennelijk toch niet goed genoeg. Maar u zit er zo diep in dat u bijna niet meer kunt accepteren dat u niet uw zin krijgt. Dat vind ik jammer, want ik gun u echt alle succes. En nogmaals, uw partij doet ertoe, maar ik zou u wat meer relaxed willen zien aangaande de mening van een aantal andere fracties. Volgens mij komen we dan veel verder.
    De voorzitter: De heer Kerkhoven.
    De heer Kerkhoven (DZ): Mijnheer Wit, ik vind het een prachtig verhaal van u en dank u wel voor alle complimenten die u Democratisch Zaanstad zojuist geeft. Prima. Maar ik hoef maar een paar dossiers te noemen, ik zal ze zeker niet allemaal oproepen. En wat u heel erg aangaat, en dat gaat ons ook aan, is de Zaanse Schans. Op heel veel terreinen zijn we het daarmee eens. Maar als dan mijnheer De Vries afgelopen donderdag, afgelopen dinsdag na de insprekerslijst, als het over dossier Hemkade gaat – daar zitten we ook lekker dik in, in dat dossier, dacht ik – en daar wordt als argument gebruikt: we moeten naar de bewoners luisteren om daar wat mee te gaan doen, daar moeten we naar luisteren. Maar in de discussie die er heeft plaatsgevonden over de Zaanse Schans, zet hij alle ondernemers weg en daar luistert hij niet naar. Dus dat is heel selectief. Wat wij proberen te doen in ieder geval, met goede argumenten, met juridische onderbouwing aan te geven dat deze raad in ieder geval de juiste beslissing moet nemen. Er is een document door mevrouw Rot opgesteld van vijftig pagina’s en daarna nog vier pagina’s met argumenten. Die argumenten zijn absoluut juist. U kunt wel zeggen: dan moet je je verlies nemen. Ik vind dat deze raad eens goed moet nadenken en de documenten tot zich moet nemen om tot de juiste afweging te komen.
    De voorzitter: De heer Tuijn.
    De heer Tuijn (PvdA): Dank u wel, voorzitter. De heer Wit heeft eigenlijk heel keurig verwoord wat ik ook ongeveer wilde zeggen. Ik merk als het om dat dossier Hemkade gaat, wat nu aangehaald wordt, en ook de vijftig pagina’s tekst die geschreven zijn, daar zit heel veel tijd van u in, van uw partij. Maar u weet ook dat andere partijen daar heel veel tijd ingestoken hebben en ook heel veel energie erin steken om samen met u te kijken hoe dingen anders kunnen lopen. Op het moment dat het schrijven van vijftig pagina’s tekst dan leidend wordt, omdat als je veel schrijft dat je dan per se gelijk hebt, vind ik het ingewikkeld worden. Want volgens mij is er ook uitvoerig met u gesproken over de inhoud van het dossier en hebben we heel goed naar elkaar geluisterd. Ik ervaar het dan zelf eigenlijk ook een beetje beledigend gewoon, als het zo wordt afgedaan.
    De voorzitter: De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Voorzitter, de geachte afgevaardigde van DZ, die zegt bij voorbaat al: ik stem tegen deze begroting. Dat maakt dus eigenlijk het nutteloos dat wij met hem in debat gaan, of dat we serieus over de moties of amendementen na gaan denken, want hij gaat toch al bij voorbaat tegen stemmen. Is dat wat de heer Kerkhoven nastreeft, dat wij niet meer serieus met DZ om willen gaan?
    De voorzitter: Dat gaat altijd via de voorzitter, mijnheer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Pardon. Ik heb het via de voorzitter.
    De voorzitter: Maar u draait zich om.
    De heer De Vries (D66): U heeft helemaal gelijk. Excuses.
    De voorzitter: De heer Van der Laan.
    De heer Van der Laan (POV): Voorzitter, echt bizar dit. U wil, omdat iemand een mening heeft en ergens tegen wil stemmen, niet meer met hem in discussie. U bent nogal een democraat, zeg. U moet zich kapot schamen met deze opmerking.
    De voorzitter: De heer De Vries.
    De heer De Vries (D66): Nou, of ik me moet schamen of niet moet schamen en of ik me kapot moet schamen, daar ga ik gelukkig zelf over. Ik heb een concrete vraag gesteld aan de heer Kerkhoven, of wij hem nog serieus moeten nemen omdat hij bij voorbaat al heeft aangekondigd niet in debat te willen gaan. Of misschien wel in debat te willen gaan, maar bij voorbaat al zegt: ik ben tegen. Dus ik heb hem gewoon een serieuze vraag gesteld. En die heb ik niet aan u gesteld, mijnheer Van der Laan, mijnheer de voorzitter. Dus ik verwacht een antwoord van de heer Kerkhoven.
    De voorzitter: Oké, dan gaan we die vraag eerst stellen aan de heer Kerkhoven.
    De heer Kerkhoven (DZ): Nou, mijnheer De Vries, dat is heel simpel. Volgens mij is dat, op 2 juli staat het op de agenda. Als wij met moties of amendementen komen, doen we het dan en dan kunnen we keurig met elkaar in debat. Wij gaan in ieder geval goed luisteren vanavond wat andere partijen in te brengen hebben. Wij zullen verder geen bijdrage leveren vanavond, net zoals andere partijen. We gaan luisteren en op basis daarvan kunnen we met moties en amendementen komen. Maar dat wil niet zeggen waarom dat wij niet tegen zouden kunnen stemmen.
    De voorzitter: Goed, dank u wel. Het is kwart over zes. We hebben de tijd goed volgemaakt. Om half acht hervatten wij de discussie in het Zaanstad Beraad aan de hand van de debatpunten die u heeft ingeleverd. Half acht zien we elkaar weer, maar dan digitaal

  7. 7
    Sluiting